479 - Een tweede bezwaar is het zich op veel grooter afstand duidelijk ver- toonen van die helwitte schijven, als in de werkelijkheid ooit met eenig doel het geval zal zijn. Bij het binnenrijden van de rooilijn, 't geen op 3800 M. afstand van het doel geschiedde, waren de schijven altijd oogenblikkelijk duidelijk zichtbaar; bevond men zich daarentegen in den observatiepost en zag men uit naar de opmarcheerende batterij, dan was deze eerst op ongeveer 1600 M. afstand duidelijk te onderkennen. Om de beide opgenoemde bezwaren te ontgaan, diende men mijns inziens blauwgrijs geverfde houten schijven te gebruiken. Wat de kosten betreft, is dit, dunkt mij, bij een zuinig beheer reeds zeer goed mogelijk uit de tegenwoordig voor den aanmaak van schij ven toegestane fondsen; voor de Divisie Yeld- en Bergartillerie te Batavia beloopt dit jaarlijks f 400; een som waarvoor heel wat wildhout planken, bamboe, spijkers en verf te krijgen is. Het door mij voorgestane denkbeeld de doelen, waarop wordt gevuurd, zoo natuurlijk mogelijk voor te stellen kon nog worden in de hand gewerkt door de bepaling in het leven te roepen dat alle afgekeurde artilleriematerieel, 't welk daarvoor geschikt is, bij de practische oefeningen kan worden gebruikt om vijandelijke artillerie voor te stellen. Het financieel nadeel, daardoor den lande te berokkenen, ware zeer ze ker niet groot; dergelijk materieel toch brengt, na aftrek van alle onkos ten, weinig op op publieke vendutie. De artillerie zou daarentegen dergelijke maatregel ten goede komen. Met een enkel woord werd hierboven reeds aangestipt dat ook een vijandelijke versterking door middel van wit linnen schijven was voorgesteld. Waarom, zoo zal wellicht worden gevraagd, werd niet het front van een versterking opgeworpen Mijn vraag toen ten tijde luidde, waarom niet werd gevuurd op een vroeger door de vestingartillerie opgeworpen versterking, waarvan het front en een van de facen geheel gereed warenvooral ook door de aanwezigheid van een travers en eenige schietgaten was het geheel het meest natuurlijk doel ter wereld. Het antwoord luidde dat het programma van de schietoefeningen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 504