480 voorschreef te vuren op een versterking van 50 M. in het vier kant, en het door mij beschreven doel niet kon dienen, omdat het slechts ongeveer 25 M. froutbreedte had. Ivan het echter wel de bedoeling zijn dat de leider van de prac- tische oefeningen zich zóó tot in kleinigheden aan een programma zal houdenof dient het alleen om den batterijcommandant aan te geven in welke richting hij zal werkzaam zijn? Had men gevuurd op de bestaande aarden opwerping, welke niet aan de gestelde afmetingen voldeed, zoo had voorzeker een ieder een juister voorstelling gekregen van het vuren op dekkingen, dan nu 't geval was met de linnen redoute van de door 't programma aan gegeven afmetingen. Onderstellingen bij het vuren. De bijgewoonde practische oefeningen gaven mij doorloopend den in druk, alsof zij bestemd waren om te vuren alléén. Telkens toch wanneer een vuuroefeniug zou worden gehouden, wist een ieder op het oogenblik van afmarsch uit het kampement, wat de schijven dien dag moesten voorstellen, welke de formatie van het doel was en welke projectielsoort zou worden gebruikt. Gaat men nu verder na, dat de schijven steeds op dezelfde plaats werden opgesteld, dat de batterij immer dicht langs de rooilijn opmarcheer de en het dus hoogst gemakkelijk was bij 't in stelÜDg komen den juisten afstand te schatten of beter gezegd niet te schat ten zoo ook dat men dag in dag uit een hel wit en dus sterk uitkomend doel voor zich had, dan zal men moeten erkennen dat van nabootsing van oorlogstoestand zoo goed als geen sprake was. Toch is dit laatste noodig, en op een hoogst onvoldoend schiet- terrein als dat te Batoe Djadjar ook nog gedeeltelijk te verwezenlijken. Ligt het b. v. in het plan van den batterijcommandant om één sectie te laten vuren, zoo gelaste hij: Morgen vuren voor de Sectie van luitenant A.", en geve hij den officier, welke dan dienst heeft in den observatiepost en dus belast is met het stellen van de schijven, zijne bevelen omtrent doel, formatie en punt van opstelling in de rooilijn. Bukt genoemde sectie nu den volgenden morgen uit, iets wat vol-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 505