481 gens mijne meening altijd zooveel mogelijk op oorlogssterkte moet plaats hebben, dan kunnen de beide andere sectiën onder toezicht van een onderofficier langs den grooten weg worden afgestapt; men rukke in dergelijk geval echter nimmer met de geheele batterij uit; het niet vurend gedeelte is anders verplicht gedurende één a twee uur plaats rust te houden achter de vurende sectie. Yan den marsch naar het schietterrein, dat men te Batoe Djadjar liefst altijd, nu hier, dan daar, uit het zijterrein moet oprijden om daardoor de rooilijn zoolang mogelijk te mijden en dus officieren en kader in 't onzekere te houden omtrent den afstand tot het doel, dient de batterijcommandant gebruik te maken, om den commandant der uitrukkende sectie op de hoogte te brengen van het door hem onder stelde gevalhij geve daarbij hoofdzaken aan, trede vooral niet in détails en late van af dat oogenblik den sectiecommandant vrij naar goedvinden te handelen. En al moge deze eens een of meer fouten maken, 't zij bij den verderen opmarsch, bij 't kiezen van zijn punt van opstelling, in de wijze van zijn sectie te dekken, in 't toepassen van de schietregels, enz., enz., toch grijpe de batterijcommandant niet inéérst na de oefening, doch nog in de stelling zelve, hebbe een korte bespreking plaats. Slechts één zaak verge de batterijcommandant van dengene, die de leiding van het vuur heeft, namelijk dat hij bij het observeeren van de schoten met duidelijke stem zijn waarnemingen meedeele, op dat de niet ingedeelde officieren en kader in staat zijn de al of niet juiste toepassing van de schietregels na te gaan. Tijdens de door mij bijgewoonde oefeningen was het de gewoonte dat alle officieren hun eigen waarnemingen noteerden; hiertegen be staat geen bezwaar; door vergelijking met de aanteekeningen van den in den observatiepost geplaatsten officier is daardoor na te gaan, of men al dan niet juist heeft waargenomen voor de toepassing van de schietregels behoort men echter de waarnemingen over te nemen van den leider van het vuur. Doet men dit niet, dan zal, zooals te Batoe Djadjar wel eens voorkwam, ten onrechte door batterij- of divisiecommandant worden ingegrepen. Bij de oefeningen met de batterij, en voor de gevallen, waarin de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 506