492 van ƒ0.10 voor een Europeaan en Amboinees en ƒ0.045 voor een Inlan der (1). Nauwkeurig moet worden bepaald hoeveel kleedingstukken de man moet bezitten, deze worden hem dan op schuld verstrekt en uit het spaarfonds bekostigd. Heeft de man nieuwe kleedingstukken noodig, dan worden die insgelijks op schuld ontvangen en uit het spaarfonds betaald. Krijgt de man in den loop van zijn diensttijd een zeker bedrag schuld, dan wordt hem op de soldij gekort, zooals thans plaats vindt. Door deze regeling is de kennis van tarief No. 24 met al zijne bepa lingen (en deze zjjn vele) niet noodig. Onrechtmatige verstrekkingen zullen niet meer plaats hebben. Reclames omtrent kleeding zullen zoo niet geheel ophouden dan toch aanzienlijk minder zijn. In de controle behoeft geen aanteekening van eerste uitrusting, van de jaartallen en heeft recht op (zooveel) dienstchevrons te worden gehouden. De aanteeke ning der bespaarde gelden wordt gehouden in de controle. De lijst der militairen, aan wie de vernieuwingen op de bepaalde tijdstippen niet zijn verstrekt, is niet meer noodig. Bijlagen aan ontvangstbewijzen (afschriften extract stamboek, afschriften extract administratieboek, dito bataljons orders en reclamestaten) vervallen daardoor en bovendien is het opmaken van die bewijzen veel eenvoudiger, omdat niet angstvallig in het thans vigeerend tarief behoeft te worden nagegaan of het gevraagde den man aankomt. Wordt de man overgegeven aan eene andere compagnie, dan behoeft men alleen zijn spaarboekje af te sluiten en zou men de specificatie der bespaarde gelden model No. 40 zoodanig kunnen wijzigen, dat daarop de administratieve positie van den man wordt aangegeven. Eene onbillijkheid in de thans bestaande bepalingen tot aanzuivering der schuld aan den lande is, dat van een man die in de 2e klasse van militaire discipline is geplaatst geweest en daardoor te goed heeft gekre gen in het spaarfonds, dat te goed in compensatie komt van zijn schuld. Door deze regeling gebeurt het meermalen dat, wanneer een oppassend militair en een man, die in de 2e klasse van militaire discipline is geweest, beiden goederen op schuld ontvangen, de laatstgenoemde niet en de eerstgenoemde wel aan korting onderworpen wordt. Hiermede meen ik genoegzaam te hebben aangetoond dat de tegen- (1) In zes jaren wordt aan periodieke vernieuwingen volgens prijsljjst aan een Europeesch fuselier voor 215.52 en aan een Inlandsch fuselier voor f 100.44 ver- Strekt, dus respectievelijk gemiddeld per jaar 35.92 en 16.74.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 517