ORGANISATIE.
Volkeren en godsdiensten van Vóór-Indië. Waarde van de
Inlandsclie troepen. Hoofdbeginselen van de orga
nisatie van liet Inlandsclie leger
Om een oordeel te kunnen vellen over de organisatie van het
Britsch-Indisch leger en vooral van de Inlandsche korpsen, is eenige
kennis van de volkeren, die in Indië aan het Britsche gezag onder
worpen zijn, bepaald onmisbaar. De groote verscheidenheid toch in
nationaliteit en godsdienst en de scherpe afscheiding der kastem
zoowel van het overheerschte volk als van die gedeelten in het bij
zonder, waaruit de troepen worden aangeworven, beheerschen die
organisatie in ruime mate, terwijl het karakter der verschillende
volkeren daarop eveneens grooten invloed uitoefent.
Zoo beknopt mogelijk en alleen voor zoover het voor het doel
noodzakelijk moet worden geacht, zal van een en ander een overzicht
worden gegeven.
De 250 millioen sterke bevolking van Britsch-Indië vertoont eene
even groote verscheidenheid van stammen en nationaliteiten als de
verschillende landen van Europa. De vroegste bewoners zijn in den
loop der tijden nagenoeg geheel verdrongen door of opgelost in
Mongoolsche, maar vooral Caucasische stammen, die opvolgend Vóór-
Indië overstroomden, meestal van het Noordwesten.
Behalve de bewoners der grensgewestenBeloochistan, Afghanistan,
Kasmir, Nepal, Assam en Burma, kan men thans in eigenlijk Vóór-
Indië 15 groote nationaliteiten onderscheiden, onderverdeeld in een
belangrijk aantal volkeren en stammen, die een 200tal verschillende
talen en dialecten spreken.
De voornaamste dier groote nationaliteiten zijn
I. De bevolking van eigenlijk of Midden-Hindoestan (100 millioen);