495 Gouverneur Generael, Carel Reniersz., aan een quynende sieckte deser werelt overleden ende naer het andere leven verhuyst. Waarop aenstondts d'E. heeren Raden van India by den anderen in completen getale vergadert syn, die dan, naer resumtie vande instructie ende ordonnantie, vande heeren Seventhien voor d' heeren Generael ende Raden van India inden jare 1617 geconcipieert, by besloten billethen ende eenparicheyt van stemmeninden name Godesgoetgevonden ende geresolveert hebben 't generale gouverno van India, by provisie ende op approbatie van d'Ed. heeren Bewinthebberen, te defereren aen d'E. heere Joan Maetsuy- ker, jegenwoordich Directeur Generael ende eerste Raedt van India, mits dat op 't versoeck van gen. syn Ed. de publycke authorisatie daervan met de behoorlycke solemniteyten vytgestelt zal worden tot d'eerste comste vande schepen, die vyt het vaderlandt verwacht worden, of hun misschien daarmede noch eenige nader ordre aangaende 't voornoemde gouverno mochte toecomen. Ende hebben de resterende heeren Raden van syn Eds. den eedt in qua- liteyt als Gouverneur Generael met eenen afgenomen; gelyck by de resolutie, daervan getrocken synde, breeder te sien is. 19 d°. Onder 't luyden vande groote clocke van 'tCasteel, alsmede de andere clocken inde stadt, die op heden van 's morgens ten 9 uren of ende soo vervolgens by pausen alle uren eens, tot nu toe haer selven hebben laten hooren, werdt nademiddoch omtrent 4 uren het doode lichaam van d'Ed. heere Gouverneur Generael, Carel Reniersz saliger, by treurstatige vytvaert ter aerde gebracht; gaende de genoode heeren, vrunden ende dienaren in soodanigen ordre, als hier onder gespecificeert staat, namentlyck de ruyterie, voor dato geweest ten dienste van den afgestorven heer, inde wapens, alle met rou-charpen. De Compe. burgers, nevens: de compe. van Capitain Joan Duttom, ende de compe. van 't Casteel alle in hunne wapenen, dragende deselve, conform de militaire maximen, al hangende ende sleypende nederwaerts; een trompetter te voet, voorts wert het cornet by den ondercoopman, Jacob Gruys, voor vyt- gedragen, en by gevolgh het wapen van syn afgestorven Ed., den ondor- coopman, Jan Abrahamsz., de handschoenen, den ondercoopman Michiel Baly, 't heimet, den ondercoopman Petrus Ceporinus, de sporen, den coopman Eduard Ooms, den degen, den coopman Louys Baffart, het pantsier, den ondercoopman Joost Paulusz. Norwits,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 520