496 het lyfpaerdt van gen. syn Ed. saliger wierde geleyt door den coopnian Joan Truytmans, ende den gewesen opperchirurgyn deses Casteels, Mr. Petrus Andreas, den blooten degen wierd gevoert by den provisionelen boeckhouder generael, Jacob Carsteman, hier op volghde den hofmeester van syn Ed. saliger, vier helmbar- diers, twee ende twee, mitsgaders het lyck, dat door twintick persoonen gedragen wierd, voorts vier helmbardiers, twee ende twee, nevens de cleermaker en cock, yder met een carbyn, den stalmeester in volle rustinge met den regimentstock, waer aen de prineipaelste statie subsequeerde, eerstelyek: Jacob de "Wit, Nicolaes de Wit, den coopman Wynant Rutgers ende schipper Dirick Donnet, gevolghlyck den nieu gecoren Ed. heer Generael, Joan Maatsuycker, ende de verdre heeren Raden van India, twee ende twee, den eersten ambassadeur van den Sousouhounangh Mataram, d'heerTom- mangon Paty, nevens d'E. Rycklof van Goens, den tweeden ambassadeur van den Mataram, Wangsa Radja, ende den Capiteyn vande burgerie, Henrick van Gendt, den derden Mataramsen ambassadeur, liaxa Baya, ende den secretaris Adriaen Willeboorts, 't gantsche corpus van den achtbaren raedt van justitie deses Casteels, 't Collegie van schepenen deser stede, d'.equipagemeester Thys Crab, met den coopman deses Casteels, Hen rick van Seelst, d'eerwaardige predicanten, d'keeren Weesmeesteren deser stede, de commissarissen van huwelycxse saken, d'ouderlingen en diaeonen, d'ambassadeur van Combadia, met Intche Assam ende de nachodas vande Chinese joncken, twee ende twee, Intche A math, Capiteyn vande Maleyers, met Intche Idop, voort allo coopluydon, schippers, ondercoopluyden, adsistenten, mitsga ders de residerende burgers ende Chinese traffiquanten, nevens de werck- basen ende kaer volck, twee ende twee. Die dan vyt het Casteel door de Princestraet ende soo voorts over 't maretvelt ende de Tygersgracht achterom, voorby de Nieupoort inde kerck gecomen syn. Ende nadat men het lyck met de bare over t'graf

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 521