ATJEH, ONDER HET BESTUUR VAN DEN GOUVERNEUR DEHHENI. Evenals wij, in de jaargangen 1886 en 1887 van dit tijdschrift, een overzicht gaven van de gebeurtenissen in A tj e h onder het bestuur der civiele gouverneurs A. Pruijs van der Hoeven en P. F. Laging Tobias, wenschen wij thans eene schets te leveren van hetgeen ter Noordkust van Sumatra voorviel, toen de kolonel, later generaal-majoor, H. Demmeni, daar als civiel en militair gouverneur het gezag voerde (13 September 1884 13 December 1886). Wij herhalen hierbij wat wij reeds vroeger opmerkten: ons over zicht bevat geene nieuwe gegevens ter beoordeeling van den gang van zaken in Atjeh, maar het verzameltzooveel mogelijk, de zeer verspreide, voor de groote meerderheid onzer lezers niet beschikbare bronnen; in zooverre kan het dienen om voorloopig, in afwachting van uitvoeriger en vollediger mededeelingen, eene leemte in de A tj eh- literatuur aan te vullen. Wij eindigden ons verhaal van hetgeen onder het bestuur van den Gouverneur Laging Tobias plaats vond Indisch Militair Tijd schrift van Juni 1887, blz. 547) met de mededeeling dat die Gouverneur vrij spoedig na zijn optreden tot de slotsom kwam, dat het militaire vraagstuk voor het oogenblik alle andere quaestiën beheerschte en hij derhalve reeds in Februari 1884 ontslag uit zijne betrekking verzocht. Deze reden was niet onjuist, maar zij was niet volledig. Meer nog dan de toestand in A tj e h was de omstandigheid, dat de Regeering 's Gouverneurs inzichten omtrent den verder te bewandelen staat kundigen weg niet deeldede heer Tobias was van oordeel dat de gewenschte pacificatie alleen kon worden verkregen door herstel van het Sultanaatde oorzaak, dat de Gouverneur L a g i n g T o bi as meende, in Atjeh niet langer nuttig werkzaam te kunnen zijn. Dl. I, 1888. 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 524