39 II. De bevolking van Bengal, aan beide oevers van den Beneden- Ganges (40 millioen); III. De bevolking van Orissa (8 millioen); IV. De bevolking van Panjab aan den bovenloop van den Indus (13 millioen); V. De bevolking van Sindh aan den benedenloop van den Indus ('2 millioen); VI. De bevolking van Gujarat (7 millioen); VII. De Mahrata's in het midden van Bombay-Presidency en een deel der Central-Provinces (12 millioen); VIII. De bevolking van het Zuidelijk deel van Bombay en van Mysore (10 millioen); IX. De bevolking van het Zuidelijk deel van Madras-Presidency en het Noordelijk deel van Ceylon (15 millioen); X. De bevolking van Travankor en de Westkust van Malabar (4 millioen), en XI. De bevolking van het Noordelijk deel van Madras-Presi dency en een deel van Hyderabad (16 millioen); Van de volkeren der grensgewesten komen, met het oog op de samenstelling der Inlandsche korpsen, in aanmerking 1°. Belooche's 2°. Afghanen, waartoe ook de Pathans van het N.W. van Pan jab behooren, en 3°. Goorkha's op de Noordelijke grens in en nabij Nepal. Vooral in de zelfbesturende staten wordt het onderscheid in natio naliteit scherp bewaard; in de provinciën onder rechtstreeksch Britsch bestuur is meer een streven tot ineensmelting merkbaar. In de tweede plaats komt het onderscheid in godsdienst in aanmer king. De meeste aanhangers telt het Brahmanisme of liever de verbasterde vorm van het Hindoeïsme (190 millioen); daarop volgt de Islam met 45 millioen, over geheel Vóór-Indië verspreid, maar voor al in het Noorden, waar deze godsdienst zich nog steeds uitbreidt. Het Boedhisme telt slechts weinige millioenen, het Christendom even zeer en de Perzische godsdienst slechts eenige honderdduizenden. Deze laatste godsdiensten zijn in het leger zeer weinig vertegenwoordigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 52