508 Aangezien er nu „geene vijandelijke aanvallen van beteekenis meer waren te duchten", werd op laatstgenoemden datum de blokkade der Atjeksche kusten opgehevenslechts bleef die voorloopig gehandhaafd voor Pedir, Gighen en Pakau Ba roe van de Koeala Lam panas af tot aan de monding der Ajer-Laboe, omdat kort te voien zooals beneden ter sprake zal komen de radja van Gig hen overleden was en dientengevolge in dit landschap oneenig- heden waren ontstaan. Toen het voldoende gebleken was dat de ïadja van Pedir zich bij die oneenigheden onzijdig hield, werd reeds den 28™ Maart de kust van dit landschap opengestelden kort daarna oordeelde men ook de verdere blokkade van Gig hen en Pakan Ba roe onnoodig (19 April). Met ingang van 5 Mei 1885 werden vervolgens ook de in October t. v. uitgevaardigde bepalingen omtrent handel en scheepvaart ingetrokken, zoodat na dien datum, behalve ten opzichte van opium en krijgsbehoeften, de handel ge heel vrij was. In verband met de geheele opheffing der blokkade werd de blokkade divisie den 8™ Mei ontbonden en erlangden de meeste daarvoor aangewezen schepen eene andere bestemming. In de wateren van Atjeh bleven achter van de Indische militaire marine: de stoom schepen Bromo, PalembangBatavia en Sambas; van de Gouver nementsmarine: de stoomers Tagal, Havik en Valk. iNa vorenstaande mededeelingen van meer algemeenen aard zullen wij er thans toe overgaande gebeurtenissen te schetsendietijdens de blokkade, in Groot-Atjeh en in de Onderhoorigheden plaats vonden. De uitvoering der concentratie in Groot-Atjeh is elders in de boven, blz. 503 noot, aangehaalde opstellen reeds volledig bespro ken, zoodat wij daarover thans kunnen zwijgen. Slechts de krijgsver richtingen gedurende de blokkade eischen nog nadere vermelding, be nevens enkele feiten van meer algemeen-staatkundigen aard. Aanvankelijk bepaalden de vijandelijke benden zich tot het beschieten van onze posten en het in brand steken van bruggenonze transporten lieten zij meestal ongemoeid. De passar te Selimoen (XXII Moekim) brandde in September

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 533