515
de Gouverneur weldra tot het opheffen der versterkingen in de IV
Moekim wenschte over te gaan.
Den 7en Februari rukte daarom eene colonne uit, die tusschen
Pak an Badak en Boekit Seboen, waar de bevolking gevlucht
was, in gevecht kwam met eene bende, omstreeks 70 man sterk;
aan onze zijde werden 4 man gewond, waaronder de kapitein der
infanterie H. M. Buijskes. Den marsch voortzettende tot Kroeng
Ra ba, bespeurden de onzen verder niets van den vijand; maar op
den terugtocht werden zij opnieuw beschoten, zoodat nabij Pakan
Badak nog 1 soldaat sneuvelde.
Den 12en Februari volgde nu de intrekking onzer posten te Boe-
kit Seboen en Boekit Lampaja, ten koste van 3 gewonden.
De post te Kroeng Raba werd den 15en derzelfde maand opge
heven; hiertoe werden materieel en personeel over zee naar Olehleh
overgevoerd. De stoomschepen 4e kl. Palembang en Beng koelen
verleenden door hun geschutvuur krachtige hulp en dekten den aftocht
der troepen, behalve door dat vuur, door gewapende sloepen. Eerst
toen de bezetting in de sloepen was overgegaan, opende de vijand
een vrij hevig geweervuur, waardoor twee soldaten gewond werden.
De Duitsche bark Hilda Maria, die voor de inlading en den over
voer van het materieel onzer versterking was ingehuurd, werd door
de Palembang naar Olehleh gesleept.
Intusschen verzamelden zich meer vijanden in de nabijheid van
Tjot Iri in de XXVI Moekim, welke post reeds sedert geruimea
tijd herhaaldelijk beschoten werd en waar in het bijzonder op den
9en Februari 1835 een vrij hevige tegenstand ondervonden werd bij
het openkappen van het oostwaarts liggend terrein. Bij het daarop
gevolgd gevecht bekwamen wij 2 gesneuvelden en 6 gewonden, ter
wijl aan 's vijands zijde 15 dooden en 8 gewonden vielen. In de
kampong Tjot Tab an g werden bij deze gelegenheid een aantal
gestolen staven van het werkspoor gevondendie kampong werd
ter bestraffing in de asch gelegd.
Eenige dagen later (16 en 17 Februari) beschoot de vijand de
troepen, welke het openkappen van het terrein ten Oosten van Lam
per mej dekten, met het gevolg dat op eerstgenoemden datum l
soldaat sneuvelde en 2 gewond werden.
Dl. I, 1888. 34