527
van het gevecht, dan wel in dat gevecht zelf; het meest echter
door het doelmatig gebruik maken van de behaalde voordeelen
na het gevecht.
Het best kan men de wetenschap der tactiek vergelijken met de
schermkunst. Ook bij deze heeft men twee tegenover elkander
staande partijen, die dezelfde grondregels volgen als in de tactiek
moeten gelden, nl.trachten zijn eigen sterkste zijde tegenover
s vijands zwakste te stellen, nimmer de kling van de tegenpartij te
verlaten, gesloten te blijven, ten einde zich nergens bloot te geven.
Bij de schermkunst kunnen echter besluit en uitvoering op elkan
der volgen als bliksem en donderslag, omdat het wapen onmiddellijk
den wil uitvoert van hem die het'behandelt. In de.tactiek echter
is die uitvoering
niet eenvoudig, maar samengesteld,
niet oogenblikkelijk, maar afhankelijk van tijd,
niet plaatselijk maar over eene groote uitgestrektheid verspreid.
Werpen deze drie bezwaren reeds bij het zoo leerzame krijgsspel lichte
schaduwen op de besluitvaardigheid van den ongeoefende, bij ma
noeuvres te velde merkt men hun invloed duidelijk en ziet men daarbij,
ondanks de zorgvuldigste voorbereiding, ondanks de grootste oplettend
heid en werkzaamheid, ondanks het meest volmaakte plan, bijna
nimmer geheel bereikt wordeu wat men zich voorstelde te bereiken.
In den werkelijken oorlog oefenen de genoemde factoren echter
eerst hunne volle tegenwerkende kracht uit en wordt van de
hoogeren voortdurend het geheele gebruik van al hunne lichamelijke,
verstandelijke en moreele kracht, van de minderen de meest volstrekte
gehoorzaamheid en de onwankelbaarste krijgstucht geëischt, om ten
allen tijde meester van den toestand te kunnen blijven.
De regel dat men trachten moet zijn eigen sterkste zijde tegen
over s vijands zwakste te stellen, leidt in de tactiek tot zoodanig
mauoeuvreeren, dat men met zijn eigen front sterkste zijde 's
vijands flank zwakste zijde kan aanvallen, liet ideaal in die
richting zoude zijn dat men met het eigen front ah de flank c