529 Bij vredesmanoeuvres zullen laatstgenoemde gevechtsvooronder stellingen dan ook uit den aard der zaak als min waarschijnlijk verboden zijn en slechts bij wijze van uitzondering als voorbeeld voor aan schouwelijk onderrichtworden uitgevoerd. De ondervinding van alle tijden leert dal elke geslagen troep de grootste verliezen lijdt gedurende de vervolging; die verliezen zijn altijd grooter dan in het gevecht en worden onber^keubaar groot wanneer het den vervolger gelukt de achterwaartsche verbinding der terugwijkende partij af te snijden. Bij den regel „sterkte tegen zwakte" komt dus na het gevecht nog „streven naar afsnijden der verbinding des vijands." Met deze twee regels voor oogen en met het axioma voor den geest dat de tactiek de voortdurende toepassing is van het gezond verstand op terrein- en gevechtsverhoudingen, moet men zich zeiven steeds rekenschap kunnen geven waarheen de aanval moet worden geleiden waar de voorzichtige verdediging zich het meest moet beveiligen. Deze eenvoudige gedragslijn vooropgesteld zijnde, zullen wij de fouten, die bij de uitvoering daarvan bij manoeuvres voorkomen, be spreken. Wij verdeelen die fouten in drie soorten, nl. 1°. elementaire fouten, 2°. moreele fouten, 3°. zuiver tactische fouten. Elementaire fouten. Onder deze algemeene benaming rekenen wij al die nalatigheden, waardoor de met zooveel moeite op het exercitieterrein verkregen schoolvorming wordt benadeeld, omdat zij den soldaat op het denk beeld brengen, dat een gedeelte van hetgeen hij geleerd heeft, alleen op het exercitieveld tehuis behoort, maar in de practijk bestemd is om ter zijde gesteld te worden. Het toelaten van zulke slordigheid in de uitvoering leidt al zeer spoedig tot het uit eigen beweging nalaten daarvan door den soldaat en is de eerste schrede tot ongehoorzaamheid, waardoor het verband van den troep verloren gaat, op dezelfde wijze als de verborgen roest het werk van een horloge verteert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 554