530 Daar men nu niet alleen alles, wat men zich bij manoeuvres tot gewoonte maakt, klaarblijkelijk ook in den oorlog zal willen volhou den, maar bovendien nog vele détails van oefening onder den drang der omstandigheden en in de hitte van het gevecht zeer licht worden verzuimd, zoo is het een gebiedende plicht van elk bevelvoerend officier om teil allen tijde, waar en onder welke omstandigheden ook, datgeue te dïschen wat door de reglementen, als uitvloeisel van de toepassing der militaire wetenschap op de practijk, wordt voorgeschreven. De meest voorkomende elementaire fouten zijn Bij de infanterie. 1°. De infanterie wordt, om een populairen term te bezigen, meer malen afgejakkerd, dat wil zeggen dat van de ondergeschikten de uitvoering wordt geëischt van dikwijls te laat gegeven bevelen, binnen een voor die uitvoering onvoldoenden tijd, waarbij dan nog dikwijls een onstuimige aandrang plaats heeft. De gevolgen van zulk eene handelwijze zijn gemakkelijk na te gaan gejaagdheid in plaats van een heilzaam vertrouwen op een bedaard en stelselmatig handelenmisbruik van de versnelde gangen met het doel om het te laat nemen van maatregelen te verbergen of nog zooveel mogelijk te verbeteren, wat in 't voorbijgaan gezegd slechts hoogst zelden gelukt; afwijking van de reglementaire, algemeen be kende waarschuwings- en uitvoeringscommando's en dientengevolge misverstand en ten slotte juist het tegendeel van de beoogde tijdwinst: vertraging en een onnatuurlijk verwringen van het oefe ningsdenkbeeld. Kalm bloed, rekening houden met de onvolkomenheden der men- schelijke natuur, rustigheid in plaats van zenuwachtige gejaagdheid, beredeneerd overleg en berekening van het juiste tijdstip voor het geven van de noodige orders, inrichting van die orders naar het doel dat men er mee beoogt, eindelijk en niet het minst zich snel weten te voegen in veranderende toestanden dat zijn de ware middelen die tegen deze fouten van krachtsverspilling kunnen bewaren Komen in het verloop van een gevecht belangrijke en plotselinge wendingen voor, dan moet men zich afvragen of men zijn eerste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 555