- 532 zijne afwezigheid van zijn gewone plaats in een ander nadeel te ver vallen, zelf optreden. Maar bij vredesoefeningen zijn dergelijke over- wegingen niet op hare plaats. Hier ligt in de gebrekkige werking van een ot ander orgaan, geen onherstelbaar gevaar. Hier is het alleeu te doen om leering en niet zooals zoo dikwijls gezocht wordt om snelgeslaagde of zoogenaamde „mooie" manoeuvres (1). Een commandant, die altijd overal wil zijn, eindigt bovendien ten slotte met nergens te vinden te zijn. Alleen de commandanten van verkenningspatrouilles kunnen ten allen tijde zelf waarnemen en zijn daartoe niet aan hun plaats gebonden. Deze patrouilles zijn toch vooreerst zoo klein, dat zij van elk punt uit geleid kunnen worden en verder is hier de commandant zelf de aangewezen waarnemer, de patrouille dient slechts om hem te helpen en te beveiligen, en is dus niet meer dan eene dekking voor zijn persoon. 3°. Wanneer de bereden officieren, die door hun dienst in de voorste linie aanwezig moeten zijn, nalaten om zelfs onder het werkzaamste infanterievuur af te stijgen, geven zjj eerstens het slechte voorbeeld van niet-opvolging van het reglement en plaatsen zij zich ten tweede (1) De schrijver is hier o. i. wel wat al te methodisch en bovendien met zich zelf in tegenspraak. Stel b. v. eene, dat een bataljonscommandant, die een terreinvoorwerp gaat aanvallen, een gedeelte van zijn bataljon heeft opgelost en met zijn overigen troep eenigszins achterwaarts en goed gedekt staat, doch daardoor zelf ook weinig ziet. Terwijl de tirailleurs het vuur openen, hoort hij plotseling zijwaarts een hevig vuur. Is dat vriend of vijand? Dit moet hij natuurlijk aanstonds weten, daar het resultaat v/d aanval hiervan afhangt. Op korten afstand voor- en zjjwaarts van zijn stelling maakt de dekkende boschrand een hoek; slaat men dien om, dan heeft men een goed uitzicht over het terrein. Een bereden ordonnans wordt er in galop heen gezonden; hij komt met een onduidelijk bericht terug. De bataljons-adjudant renter nu heen, verdwijnt achter den boschrand en keert niet terug; zijn paard is gestort en hij door den val bedwelmd. Andere ordonnansen zijn niet bij de hand, wat nu Moet nu de bataljonscommandant, slaaf van het reglement, op zijn post blijvenop goed geluk af maatregelen nemen en b. v. den aanval doorzetten, om bij de critiek na afloop der manoeuvre te hooren De aanval van maj. X is geheel mislukt, omdat hij geen berichten kreeg van zjjn ordonnansen. In den workeljjken oorlog zou hij dien aanval echter niet gedaan hebben, want dan was de majoor zeker zelf gaan kjjken? Dat is dan toch in tegenspraak met den door den S. gestelden regel, dat in alles de oorlogstoestand zooveel mogelijk moet worden nagebootst. Dien regel zouden wij maar liever, zonder uitzondering, toepassen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 557