42
Het bovenstaande is voldoende om duidelijk te maken, dat het Brit-
sche gouvernement in zijn Inlandsche onderdanen uitstekende elemen
ten bezit voor de vorming van een goed leger. In de Noordelijke
en "Westelijke provinciën kan een nagenoeg onbeperkt aantal uitste
kende mannen, als het ware geboren soldaten en daaronder tal van
goede ruiters, worden aangeworvenvelen wachten daar steeds op
vacatures bij de verschillende regimenten, om in dienst te kunnen
treden. Uitbreiding van het leger met zeer goede elementen voor
Infanterie en lichte Cavalerie kan dan ook zoo noodig in zeer
korten tijd plaats vinden. Dat, ondanks dit alles, het gouvernement
steeds voortgaat een belangrijk deel van het leger in Madras aan
te werven, niettegenstaande door de Britsche officieren vrij algemeen
een ongunstig oordeel over deze troepen wordt uitgesproken, moet
aan overwegingen van staatkundigen aard worden toegeschreven.
Vermoedelijk zullen zij over geheel Vóór-Indië als bezettingstroepen
worden verspreid, indien het noodig is b. v. in een oorlog met
Rusland de Bengal- en Bombay-legers geheel te mobiliseeren.
Nog één punt houde men bij de beoordeeling der waarde van
Britsch-Indische troepen in het oog, nl. dat daar niet uitslui
tend menschen van de laagste klasse der maatschappij worden
aangeworven, maar dat een groot deel vooral der Cavalerieregi
menten bestaat uit personen van geboorte en van eene gegoede
klasse, ook van de hoogste kasten, die uit liefde tot den krijgsmans
stand dienst nemen.
Meer in het bijzonder de waarde der verschillende korpsen beoor-
deeleude, moet ik op den voorgrond stellen, dat ik waar het geldt
dapperheid voor een groot deel moet afgaan op het oordeel van
Britsche officieren. De operatiën iu Opper-Burma toch, waar zelden
noemenswaardige tegenstand werd ondervonden, deden wel meerma
len de onverschrokkenheid en de stoutmoedigheid van enkele perso
nen uitkomen, maar gaven weinig gelegenheid, een oordeel te vel
len over de dapperheid van geheele korpsen.
Van de Inlandsche Infanterie munten vooral uit de Sikhs, de
Belooche's (zoowel in het Noordelijk deel van Bombay-Presideucy
als in Beloochistan en Afghanistan aangeworven), de Goorkha's en
de Panjabe's, daarna de Bengal- en de Bombay-regimenten. De Sikhs,