- 543 de artillerie, de reserve. Op die wijze heeft men in stede van zevenslechts vijf lichamen te commandeeren en, wanneer men in aanmerking neemt, dat de reserve eigenlijk rechtstreeks onder den bevelhebber staat, niet meer dan vierhetgeen veel gemakkelijker is dan elk bataljon afzonderlijk in 't oog te moeten houden. 3°. Het moet, helaas, nog veel te veel opgemerkt woiden dat sommige commandanten zich maar volstrekt niet kunnen onthouden van in te grijpen in de functiën van hunne ondergeschikte troepenaan voerders, daar waar dit volstrekt niet door de omstandigheden wordt geboden. Dit spruit zoowel voort uit een drang om iets te doen die zich niet weet te beheerschen, als uit eene zenuwachtige gejaagd heid, die afleiding moet zoeken door op dikwijls onbeduidende neven zaken aanmerkingen te maken. 4°. In de disposities tot inleiding der manoeuvre, d. i. tot het in beweging brengen der troepen, vindt men veel te dikwijls het woordje „als". Dit is steeds een teeken dat hij, die de disposities geeft, zich niet voldoende ingewerkt heeft in den door de opdracht veronder stelden oorlogstoestand. Gedachten zijn tolvrij en niemand kan ver bieden dat men zijne phantasie laat werken en als 't ware een calei doscoop van allerlei mogelijkheden voor zijne verbeelding laat voorbijgaan, maar men onthoude zich daarvan te doen blijken in disposities, die kort en ondubbelzinnig behooren te zijn. Het schadelijkste in dien trant is het verwijzen naar vooronder stellingen of oefeningen, die men vroeger op hetzelfde terrein gehouden heeft; iets dat natuurlijk voor kan komen in streken, waar slechts een beperkt terrein voor militaire oefeningen beschikbaar is. Bevelen om b. v. den opmarsch te verrichten in denzelfden geest als „bij de oefening op den zooveelsten" of eene stelling te bezetten „bij de bespreking op gisteren op de kaart aangeduid" openen een ruim veld voor misverstand en moeten daarom zorgvuldig worden vermeden. 5°. Bij de keus van het aanvalspunt ziet men in veel gevallen den misgreep begaan, dat te veel gewicht gehecht wordt aan de bedrei ging der vijandelijke terugtochtslijn, zoodat men altijd dien vleugel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 568