547 steeds er aan bloot, dat de beide gescheiden gedeelten der eigen macht elk afzonderlijk worden verslagen. Overmacht is, zooals reeds werd opgemerkt, bjj manoeuvres zelden aanwezig; moreel overwicht is er uit den aard der zaak evenmin; van verrassing kan slechts zeer zelden sprake zijn door het meestal nauwkeurig bekende terrein en door de moeielijkheid om de bewe gingen der overige troepen uit hetzelfde garnizoen of uit de nabu- iige garnizoenen werkelijk geheim te houden. Daaróm komt de omtrekking, vooral bij manoeuvres van niet te sterke troepenafdee- lingen, zoo goed als niet voor. 10°. Uit den normalen marschvorm wordt te laat tot de aan- valsformatie overgegaan. liet is begrijpelijk dat men buiten het tooneel van het gevecht, den gemakkelijksten bewegingsvorm kiest; rukt men echter eenmaal bepaald tot een aanval op, dan is het noodig hetzij meerdere ter beschikking staande wegen te kiezen, al zijn die niet alle even ge makkelijk, hetzij van het terrein naast de wegen gebruik te maken; in t algemeen dus ia verscheidene colonnes op ongeveer gelijke hoogte te marcheeren, zoodat men steeds in staat is naar een bedreigde zijde fiont te maken. Dat men niet dadelijk in die formatie uit het bivak of kantonnement oprukt, is juist; dat men in den werkelijken oorlog maar niet op het hooren van het eerste schot zich ontwikkelt, is ook te begrijpen bij vredesoefeningen, waar de toestand in zoover anders is, dat hier het eerste schot bijna altijd beteekent dat de partijen reeds dicht aan elkaar zijn geraakt, mag men echter niet zoolang onverschillig blijven doormarcheeren als dikwijls geschiedt. Men bevindt zich in den regel toch reeds dichter bij elkaar dan in oorlogs tijd, omdat men de voorbereidingsmarschen, met het oog op do krachten van den soldaat, niet te vermoeiend mag maken. 11°. Wanneer verschillende colonnes uit verschillende bivaks of kantonnementen zich tot een gemeenschappelijk geveehtsdoel moeten vereenigen, moet gezorgd worden dat die vereeniging vooral tijdig plaats heeft. Kunnen de troepen zelf al somtijds niet zoo spoedig vereenigd worden als men dit wenscht, dan moeten in elk geval de commandanten aanstonds met elkaar in gemeenschap treden. Als vereenigd beschouwt men de troepen eerst, wanneer de jongste Dl. I, 1888. 3°G

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 572