54^ in rang het commando óver zjjn gedeelte aan den oudere heeft overge geven; in militaire geschriften wordt hiervoor eigenaardig dikwijls de uitdrukking „de hand reiken" gebruikt. 12°. Zelden ziet men eene oefening plaats hebben in het in den oorlog zoo dikwijls, ja bijna als regel voorkomend geval, dat, door de opvolgende versterkingen der vuurlinie door soutiens en reserves, de manschappen van verschillende at'deelingen door elkaar raken en ten laatste bij den beslissenden aanval alle orde is verbroken. Het her stellen dier wanorde, zoowel voorwaarts als achterwaarts, in het ge wone reglementaire verband is eene zeer noodige oefening, die aan officieren en soldaten practisch moet worden geleerd. De ontwarring van dien chaos, die in oorlogstijd nog erger zal zijn dan bij vredes- oefeningeii, en het vormen daaruit van slagvaardige eenheden vor deren veel inspanning en routine van den leider en eene groote mate van discipline bij de manschappen. Eene goed gesloten afdeeling in de hand te houden is geene kunst, maar al die honderden op een gegeven oogenblik als 't ware geheel uit de hand te geven en ze dan na zenuwschokkende overspanning en uitputtende lichaamsinspanning in een ander willekeurig oogen blik weder ter beschikking te hebben voor de actie, het is waar lijk geen gemakkelijke eisch, die door de moderne tactiek wordt gesteld. 13°. Het komt voor dat bij de geringste bedreiging in de flank, of zelfs maar bij een opdringen tegen een der vleugels, de geheele stelling aanstonds wordt prijsgegeven, of ook wel dat beproefd wordt den vijandelijken aanval tegen te gaan door eene eindelooze verlen ging van het eigen front. Beide handelwijzen zijn verkeerd. In het eerste geval laat men zijne opdracht geheel onuitgevoerd of wel men moet die later door het innemen van verschillende stellingen op veel ingewikkelder en moeielijker manier trachten te volvoeren; in het tweede geval verzwakt men zich ic front zoodanig dat een tegenstander, die daarvan gebruik maakt, van zijn succes verzekerd is. Op een voudige en rationeele wijze kan men in deze gevallen in hoofdzaak op drie wijzen te werk gaan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 573