563
Iu den eersten is het van het grootste belang te wetenwaar de
vijand zich bevindt, om hem dan op te zoeken, aan te tasten en
te verslaan.
In den laatsten echter heeft de vijandelijke strijdmacht gewoonlijk
neen meestal geen vaste standplaats en rukken wij slechts
vooruit om eene ontmoeting uit te lokken, terwijl wij in het gevecht
offensief of defensief optreden naargelang der omstandigheden. Doch
er bestaat meer verschil.
"Wij kunnen er lang niet altijd zeker van zijn dat de voortrukkende
troepen meester blijven van het terrein achter zich. Wij weten niet
waar de vijand zijn hoofdmacht zal concentreeren, in front, in onzen
rug of op onze flanken. Bijua geheel onafhankelijk van communi
catielijnen, is hij bevrijd van de banden, die geregelde troepen in
hunne bewegingen belemmeren. Kwam het moreel element, waarvan
boven reeds sprake was, niet in het spel, dan zou niets den vijand
kunnen beletten de binnendringende troepen te laten voortrukken,
om zich later te werpen op de achtergelaten nederzettingen. Toont
de ondervinding al aan dat dit zelden geschiedt, de mogelijkheid
blijft niettemin bestaan.
Hieronder zal een en ander worden aangevoerd over de verdedi
ging der grenzen van het gebied, waaruit onze operatiën worden
ondernomen. Yoor het oogenblik zullen wij aannemen dat hiertoe
de noodige maatregelen getroffen zijn.
Wij moeten indachtig zijn dat het in den regel onmogelijk is om
aanvallen op onze communicatielijn te voorkomenen dat onze op-
marsch het terrein volstrekt niet veiliger maakt.
Doch moeten wij ons dan maar tevreden stellen met het vooruit
schuiven eener troepenmacht, om zoodoende den vijand uit te dagen
ons aan te tasten waar en wanneer hij dit verkiest?
Voorzeker neen! Een ander en scherper afgeteekend doel moeten
wij voor oogen houden, waarvan de bereiking ons voert tot eene ont
moeting met de vijandelijke strijdmacht.
Raadplegen wij de geschiedenis onzer vroegere oorlogen, dan zien
wij dat tot object steeds gekozen werd de residentie van den vorst
of de eene of andere, door den vijand als centraal-reduit beschouwde,
versterking. De waarde van punten als deze berust grootendeela
Dl. I, 1888. 37