567 van den oorlog getroffen werd. Dit langzaam en zeker voortdringen onzer colonnes moet het vertrouwen in hunne aanvoerders geschokt hebben, wien zij zulk een onbeperkte macht gegeven hadden om hen tegen hunne vijanden te beschermen. Yervolgens werden de krachten in het open veld gemeten, alwaar over macht en moed overweldigd werden door krijgstucht en moderne wapenen. Dit deed hen inzien dat de verwoesting, waaraan een gedeelte van hun land had blootgestaan, ook wel eens het lot van het overig deel kon worden. In den aanvang van den oorlog hadden de Zoeloe's meermalen even groote verliezen geleden als in den slag bij Ulundi, doch het moreel effect veroorzaakt door het voortrukken onzer troepen, de verwoes ting van het doorgetrokken gebied en de verbranding van de konings- kraal ontbraken toen. Ginginhlovo en Kambula konden, hoe schit terend de daar behaalde overwinningen ook wezen mochten, geen einde maken aan den strijd op den morgen van Ulundi echter trokken kleine afdeelingen zonder eenig gevaar het land door. Deze slag besliste den-strijd. Alvorens af te stappen van dit gedeelte van het onderwerp, wensch ik nog de aandacht te vestigen op het volgende. Men zal wellicht opmerken dat er te lang werd stilgestaan bij den moreelen indruk, teweeggebracht door de verwoesting van de verblijfplaats van den vorst, daar het zeer natuurlijk is dat dit grooten invloed zoude uitoefenen op den verderen loop van den oorlog. Dit moge zoo zijn, doch het is mij bekend dat de waarheid dezer bewering vóór den slag bij Ulundi in het leger lang niet algemeen beaamd werd. Yrij algemeen werd gedacht dat de koningskraal be stond uit eene verzameling armzalige hutten zonder eenige waarde voor de bevolking. De vernieling hiervan zoude slechts ten gevolge hebben dat men elders, wellicht in een minder toegankelijk oord, een nieuwe kraal bouwde en dat de Zoeloe's, als zij ons niet aan vielen om het verbranden hunner woningen te voorkomeu, eveneens zouden handelen om Ulundi te redden. Deze meening was zoo sterk gevestigd dat Archibald Forbes (dagblad-correspondent) op denzelfden dag, dat wij de Umvaloosi bereikten, een hooge weddingschap aan ging dat er geen slag zoude geleverd worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 592