569
Door zijne woningen in de asch te leggen en zijn oogst te
vernielen, legt men de rampen des oorlogs op zijne schouders,
ontneemt het de middelen om den strijd vol te houden en brengt
een moreelen indruk teweeg, die het vroeg of laat naar den
vrede zal doen verlangen. In de meeste onbeschaafde landen over
treft de opbrengst van den grond de behoefte der bevolking slechts
weinig; iedere verwoeste akker oefent terstond invloed uit op haar
weerstandsvermogen en brengt het volk door het ontstaan van gebrek
tot nadenken.
In den aanvang van den Zoeloe-oorlog trachtte een officier, bij ge
legenheid van een diner in het hoofdkwartier, lord Chelmsford te
overtuigen dat, zoo de droge tijd werd afgewacht, de transportdienst
niet zooveel bezwaren zoude opleveren als toen het geval was. Het
antwoord was: „Ik moet hun oogst hebben."
De oogst, waarvan de Zoeloe's voor hun levensonderhoud grooten-
deels afhankelijk waren, was toen bijna rijp. Twee maanden later
zoude deze zijn binnengehaald en men had voor een geheel jaar
voedsel opgeschuurd. Het plan van den generaal was nu den oogst
zooveel mogelijk te vernielen om hen te berooven van de gemak
kelijke wijze, waarop zij hunne strijdmacht konden onderhouden en waar
door zij in staat waren op een willekeurig tijdstip groote afdeelingen
te verzamelen.
Menschlievende beginselen maken een goed figuur op papier,
in de werkelijkheid moeten zij plaats maken voor de eischen van
den oorlog.
Na in algemeene trekken den te volgen weg te hebben aange
toond, blijft ons nog over met een enkel woord te spreken over de
de wijze waarop wij ons doel kunnen bereiken. De eerste vraag,
die zich bij het organiseeren eener expeditionnaire troepenmacht voor
doet, is: Moet met één, met twee of met meer colonnes worden
opgerukt? In Abyssinië bezigden wij ééne colonne; in Ashanti één
hoofdcolonne, ondersteund door twee hulpcolonnesin Nieuw-Zeelaud
hadden wij er verscheidenein Zoeloeland aanvankelijk vijf, later slechts
twee colonnes.
Wat bepaalde nu bij de bevelhebbers hunne keuze in de wijze
van oprukken