570
Vooreerst is het duidelijk dat als de geringe belangrijkheid van
's vijands communicatielijnen het ons onmogelijk maakt met toe
passing der regelen onzer krijgskunde tegen hem op te treden, het
gebruik van twee of meer colonnes niet is aan te bevelen. In den
regel toch zal men zien dat elke colonne eene bepaalde en afzon
derlijke taak te vervullen heeft; dat gedurende den opmarsch niet
kan gerekend worden op ondersteuning van nevencolonnes en dat
haar dus genoeg weerstandsvermogen moet gegeven worden om ook
aan de ernstigste aanvallen des vijands het hoofd te kunnen bieden.
Maar als iedere colonne zoo sterk moet gemaakt worden, zoude
men kunnen vragen waarom dan niet ééne colonne het beoogde doel
zou kunnen bereiken Laten wij in antwoord hierop een blik slaan
in het oorspronkelijke operatieplan van den Zoeloe-oorlog, waar vijf
colonnes uit verschillende, ver van elkander gelegen punten tegen
Ulundi zouden oprukken.
Ten eerste was het duidelijk dat, met uitzondering van twee, elk
dezer colonnes door de geheele vijandelijke macht op het lijf kon
worden gevallen, zonder op ondersteuning der nevencolonnes te
mogen rekenen. De eerste, derde en vierde waren de hoofdcolonnes
eu ongeveer van gelijke sterkte.
De tweede was hulpcolonne en kon eigenlijk slechts beschouwd
worden als dekkingstroep voor het middelste gedeelte der grenzen
van hTatal. De vijfde colonne moest zich reeds kort na den opmarsch
bij de vierde voegen.
De sterkte van iedere colonne werd voldoende geacht (onjuist, zoo
als later bleek), om iederen aanval te doorstaan. Zij moesten al
voortdringende de kralen verbranden, den oogst vernielen en aldus
de landstreek tot Ulundi zooveel mogelijk zuiveren. Doch de strook
tusschen twee colonnes kon slechts gedeeltelijk verwoest worden en,
behalve de moreele indruk door den aanval teweeggebracht, kon
niets de Zoeloe's beletten zich met hunne geheele macht in onzen rug,
dicht bij de grenzen van Matal, op te houden en onze troepen te
ontwijken zoolang zij verkozen. Maar zelfs op een volk als de Zoeloe's
moest moreele indruk te maken zijn en men verwachtte dan ook
dat de voorhoede van een of meer colonnes ongetwijfeld de aandacht
des vijands tot zich zoude trekken.