579 Nu en dan echter werd het transport zeer uitgerekt en gebeurde het meermalen dat de laatste wagen eerst vele uren na den eersten het kamp bereikte. De mogelijkheid bestond dat het transport, zonder hiervan tijdig te zijn verwittigd, van iedere zijde werd aangevallen, zoodat men dus steeds gereed moest zijn het te verdedigen, zonder al te groote ver snippering van de geringe krachten der colonne. Hiertoe marcheerde een bataljon aan het hoofd, een in het midden en een aan den staart. Yoor- en achterhoede werden gevormd, terwijl als politiemaatregel eenige manschappen tusschen de wagens verdeeld werden, overigens bleven de tactische eenheden bij elkander. Het transport was verdeeld in drie afdeelingen, ieder door een ba taljon beschermd. In geval van alarm moest het hoofd van iedere afdeeling halt houden, zooveel mogelijk hiertoe ongunstige plaatsen vermijdende. De staart van iedere afdeeling marcheerde nu zoo snel mogelijk op, terwijl de wagens een kring vormden waarbinnen de ossen en muildieren in veiligheid konden worden gebracht. "Was aldus het „Laager" gevormd, dan maakte ieder bataljon zich gereed zijne afdeeling te verdedigen. Marcheerde het transport in een enkele rij wagens, dan kwamen de laagers" op te grooten afstand om el kander te kunnen verdedigen, doch elk werd geacht sterk genoeg te zijn voor eene zelfstandige verdediging. Daarenboven was het den vijand niet mogelijk de drie afdeelingen tegelijk te omsingelen en trachtte hij dit een of twee te doen, dan stelde hij zich zelf aan een aanval in den rug bloot. Marcheerde het transport, zooals het meestal deed, met vier of meer wagens in front, dan kwamen de laagers op gunstiger afstand van elkander. Men bevond dat onder gunstige omstandigheden, d. w. z. in open terrein en met opgesloten colonne, de laagers in een half uur konden geformeerd worden. In andere gevallen, zooals b. v. gedurende den marsch naar St. Paul, zoude het vele uren geduurd hebben en een vijandelijke aanval had ernstige gevolgen na zich kunnen slepen. Doch deze maatregelen waren wellicht nog de beste die te nemen waren. Een gedeelte van de laagers althans kon gereed zijn vóór de vijand opdrong en dit gedeelte kon dan onze troepen van eenig nut zijn bij de verdediging. Dl. I, 1888. oo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 604