583 Op deze wijze verkent men bij ééne gelegenheid twee wegen en de kans om te worden afgesneden is zeer verminderd. 2°. Is men verplicht te bivakkeeren op vijandelijk grondgebied, zoo bereidt men het avondeten en maakt toebereidselen om hier of daar te overnachten. Kort na het invallen der duisternis breekt men echter op en verplaatst zich een paar mijlen. Deze maatregel kan dikwijls een overval voorkomen, vooral als goed wordt uitgezien naar de plaats die men verliet. 3°. Blijft men niet langer dan een of twee dagen onderweg, dan moeten de paarden ook des nachts opgezadeld zijn. 4°. Brand geen vuur en bewaar de grootste stilte. 5°. Wees indachtig dat eene verkenning zich niet in gevecht be geeft dan in geval van zelfverdediging. 6°. Tot verhooging der veiligheid verdient het aanbeveling eenige ruiters steeds om het bivak te doen rijden. 7°. Houd niet halt in afgesloten terreingedeelten. Herinner U het lot van den keizerlijken prins. 8°. Vertrouw niet op uw geheugen, doch maak aanteekeningen. Dit het Engelscli door B. da Costa PorterLieut. R. E.; vertaald door Jhr. II. A. A. Meijer.) Wordt later vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 608