589 en voor diegenen, welke zich voor de infanterie en cavalerie hebben opgegeven, over de vakken genoemd sub a en i tot en met o van art. 17 der wet op het middelbaar onderwijs. De toelating tot de Koninklijke Militaire Academie geschiedt naar de rangorde, die de adspiranten, volgens de op het examen gebleken kennis, blijkens het verslag der commissie hebben verkregen. De jongelieden, wier vaders in 's Rijks dienst gesneuveld of, ten gevolge van de in dien dienst voor den vijand bekomen wonden, overleden zijn, komen, ongeacht het bij deze rangorde verkregen num mer, in de eerste plaats voor eene benoeming tot cadet in aanmerking. De sub A en B vermelde jongelieden, welke tot de lessen der Koninklijke Militaire Academie worden toegelaten, ontvangen hiervan een bewijs van Onzen Minister van Oorlog. Hij, die tot de Koninklijke Militaire Academie wordt toegelaten en de lessen aan eene cadettenschool niet heeft gevolgd, zal eene ver bintenis aangaan, om den Staat gedurende zeven jaren als militair te dienen. Tot tegemoetkoming in de kosten der Koninklijke Militaire Aca demie zal voor ieder cadet jaarlijks driehonderd gulden worden bij gedragen; doch, ,voor zooveel betreft de cadetten, die voor het wapen der infanterie en cavalerie worden opgeleid, alléén gedurende den tijd, dien zij in het 2dc en in het 3de studiejaar doorbrengen. De cadetten der Koninklijke Militaire Academie kunnen bij vol doende theoretische en practische geschiktheid reeds vier maanden na hunne indiensttreding tot korporaal en tien maanden na hunne in diensttreding tot sergeant worden bevorderd. a. De cadetten der infanterie en cavalerie zullen, tijdeus den ge- heelen duur van het 1° studiejaar, bij één of meer korpsen van het wapen, waartoe zij behooren, worden gedetacheerd, ten einde daarbij een practischen cursus te volgen. h. De cadetten der artillerie zullen, nadat zij aan de Academie het overgangsexamen tot het 2dc studiejaar hebben afgelegd, eveneens bij één of meer korpsen van het wapen, waartoe zij behooren, een prac tischen cursus doorloopen. c. De cadetten der infanteriecavalerie en artillerie zullen, na afloop van het overgangsexamen tot het 3de studiejaar en van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 614