60S bijdragen van alle leden bijeen waren, is voorzeker niet verondersteld geworden. Dit feit heeft dan ook het bestuur al zeer spoedig tot het besluit gebracht, dat de bijeengebrachte entreegelden uitsluitend behooren te worden aangewend ten behoeve van de dadelijke uitbetaling van de noodzakelijke uitkeeringennog voordat eenige contributie daarvoor is ontvangen. Spoedige, zoo mogelijk directe uitbetaling van de uitkeering toch maakt haar waarde veel grooter, want daardoor worden de nagelaten betrekkingen van een der meest pijnlijke zorgen in treurige om standigheden ontheven. Daarom is besloten om de bijeengebrachte entrée's zoodanig over Nederlandsch-Indië te verdeelen, dat spoedige hulp mogelijk is. Ook in Nederland wordt eene uitkeering gedeponeerd. De bestemming van de entrée's brengt nu echter mede, dat haar be drag steeds onaangeroerd moet blijven of liever steeds weder geheel moet worden aangevuld, dat dus alle onkosten steeds ten laste van de contri bution moeten komen. Bjj een normaal aantal sterfgevallen kan dat zeer goed; slechts 100 af te trekken van het totaal van eene contributie is dan voldoende. Doch in het afgeloopen jaar zijn er, terwijl uit den aard der zaak de onkosten in den eersten tijd na de oprichting bijzonder groot waren, zoo weinig uitkeeringen noodig geweest, dat het bestuur zich verplicht heeft gezien, ten behoeve van de kosten van beheer een vrij belangrijk bedrag van het fonds der entrée's te leenen; Dat bedrag moet gaandeweg uit de overschotten van verdere contri- butiën teruggegeven worden; het bestuur stelt zich voor, dit zoo mo gelijk in het loopende werkjaar te doen, en alzoo gaandeweg alle noodig geachte depots (te Batavia, Kota Radja, Bandjermasin, Macassar, Amboina en 's Gravenhageop het volle bedrag van eene uitkeering te brengen. Op die inhouding ten laste van het totaal der contributiën wordt hier onder nader teruggekomen. Zooals reeds gezegd is, bedroeg het aantal leden op 31 December jl. 768. Door overlijden werden verloren de leden Schaefer, Engelman, Lotechius, en Prager. Door uittreding het lid Van Leiden. Enkele leden kwamen reeds in aanmerking om wegens het niet-betalen van contributiën van hun lidmaatschap vervallen te worden verklaard. Daar het bestuur echter vermeent, dat daarvan in de meeste gevallen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 633