- 620
de aanranders met vijf trekossen buiten de linie te ontkomen.
In den avond van 7 October maakte eene kleine bende naar gissing
10 a 15 man sterk van het zeer donkere en regenachtige weder
gebruik, om met eene prauw over de lagune ongemerkt te Olehleh
te komen, even ten Westen vau de wacht aan de brug, die van den
Atjeh-passar naar Olehieh voert. Zij waagde een aanval op dezen
wachtpost, maar werd tijdig door den schildwacht ontdektde. ser
geant-wachtcommandant en een soldaat werden door 's vijands vuur
gewond, doch de vijand werd genoodzaakt, met achterlating van een
doode de vlucht te nemen.
De Chineesche prauwen, die geregeld koraalsteen van Poeloe
Toe wan afhaalden, werden den 15en October uit Lamp agger en,
bij het binnenvaren in de koeala Tj angkoel, door eene vijan
delijke bende, die zich ten Zuiden van deze had opgesteld, beschoten.
Het geschutvuur van de Sambas en van onze posten teLamtih en
Olehieh was noodig, om die bende te verdrijven.
Beschadigingen aan de telephoonverbindingen en aan de stoom
tramwegen kwamen in dezen tijd veelvuldig voorDe binnen de linie
gelegen post Oleh Kar an g werd beschoten door de bende „die
„eenige malen het oostelijk deel der linie binnensloop."
Den 8™ November werd zelfs de stoomtram tusschen Olehieh en
Kota Radja, ten Oosten van de kampong Lampasej, beschoten
door eene kleine bende, die zich naast de baan in hinderlaag had gelegd.
Een minder militair en een Chinees werden door het vuur gewond.
Den 17™ dier maand werd een klein detachement (7 bajonetten)
overvallen op den weg tusschen Tjot Iri en Oleh Karang. Bij
de eerste schoten sneuvelde een soldaat en werd een gewond, maar
door de flinke houding der manschappen zagen de aanvallers zich
spoedig genoodzaakt, met achterlating van eenige wapens de vlucht
te nemenzij wisten verder ongehinderd buiten de linie te komen.
In het belang der veiligheid werd het terrein aan weerszijden van be
doelden weg over eene breedte van 200 M. opengekapt.
De straks bedoelde beschadigingen aan de trambanen werden in den
regel zonder veel beswaar zij het ook onder 's vijands vuur hersteld.
Doch zulks was niet het geval met het herstellen van de schade,
welk in den nacht van 6 op 7 December was toegebracht aan de