628
bende, door welker vuur een soldaat gewond werd; de bende werd
evenwel spoedig, met achterlating van twee donderbussen en een
rentjong, op de vlucht gedreven.
De maand Augustus kenmerkte zich door grootere bedrijvigheid
des vijands in het noordelijk deel der XXVI Moekim, een gevolg
van de aanwezigheid van Toekoe di Tirou te Lamb adak. Deze
kampong, buiten het bereik van het geschutvuur onzer versterkingen
gelegen, werd den 19en uit zee door de oorlogsschepen de Bidjter en
Palembang getuchtigd, terwijl in de meer nabijliggende kampongs
uit onze versterkingen eenige granaten geworpen werden. "Weinige
dagen later vernam men dat Toe koe diTiroede bedoelde land
streek weder verlaten had; de vijandelijkheden namen hiermede in
belangrijke mate af.
Vijandige plannen tegen het eiland Way werden door de zeemacht
verijdeld; de daartoe door Toeankoe Mach moed in de Kr o eng
Raja-baai verzamelde prauwen werden den llen Augustus door de
Merapi en de Palembang vernield. Ook op het eiland X a s i werden
eenige prauwen, toebehoorende aan inwoners van de VI Moekim,
onbruikbaar gemaakt.
In den nacht van 3 op 4 September werd de majoor der infanterie
J. W. Stemfoort, die met een sergeant en drie man (Amboneezen)
eene ronde maakte, op het grasveld tusschen den Kraton en het wacht
huis op den westelijken ringdijk, overvallen door een 12tal Atjehers,
die, met donderbussen en klewangs gewapend, zich in hinderlaag
hadden opgesteld. Na een salvo vielen zij onder luid geschreeuw met
het blanke wapen aan; de sergeant sneuvelde, de majoor en de drie
soldaten werden gewond, en de aanvallers slaagden er in, met mede
neming van vier geweren doch met achterlating van eenige hunner
wapens te ontkomen.
Zoo weinig veilig was het nog in de onmiddellijke omgeving onzer
hoofdvestiging.
Toekoe'di Tirou keerde in het begin van September naar de
XXVI Moekim terug, en onmiddellijk werden de aan die zijde gele
gen posten, vooral Pakan Kroeng Tjoet en Kota Pohama,
benevens de arbeiders aan den weg tusschen deze beide plaatsen
weder veelvuldig beschoten. De strafoefening van 19 Augustus werd