629
derhalve den 13en September van de zeezijde nu door de Merapi
en de Palembang herhaald.
De eerstvolgende tijd ging daarop vrij rustig voorbij; nu en dan
werden echter sommige posten beschoten, waardoor ons soms ver
liezen werden toegebracht. Zoo werden te Sir oen den 4en October
een, den 7en dier maand twee militairen gewond. In de nabijheid
van Ole h Kar an g werden, tot driemalen toe, aanzienlijke hoeveel
heden telephoondraad gestolen.
Den 13en October, toen een gewapende boot met behulp der marine
uit de lagune van Olehleh door de koeala Tjangkoel naar
buiten werd gebracht, bemoeielijkte de vijand zulks door zijn vuur,
dat, in eene sloep van de Makassar2 matrozen wondde.
Den 16en werden daarop de VI Moekim getuchtigd door het vuur
van de Makassarde de Ruijter en de Merapien uit 01 e h 1 e h,
Lamtih en Lamdjamoe. Een prauw en eenige groote sleepnetten
werden door gewapende sloepen buitgemaakt; van de bemanning der
de Ruijter werden 2 schepelingen, van de Makassar een stuurman
gewond. De volgende dagen werd deze tuchtiging nog voorgezet.
Te gelijker tijd vaardigde de Gouverneur .een verbod uit tegen het
vervoer van levensmiddelen per kar door Chineesche en Inlandsche
handelaren langs den weg van Olehleh naar Kota Radja. Dien
tengevolge verminderde het smokkelen naar buiten de linie aanmer
kelijk en begon men in de IV en VI Moekim al spoedig gebrek te
krijgen aan de noodzakelijkste levensbehoeften, zoodat het verblijf in
deze streek voor vijandelijke benden bezwarender werd.
In den ochtend van den 28en October werden 4 Klingaleesche
politiedienaren, die eene wacht nabij Lam pasej betrokken hadden
en vandaar naar Kota Radja terugkeerden, door eene cc. 15
man sterke bende aangevallen, met het gevolg dat 2 hunner gewond
en een tromplaadgeweer ontvreemd werden. Dadelijk werden maatre
gelen genomen, om ontsnapping te beletten en het terrein doorzocht,
maar van de bende werd niets meer ontdekt.
Drie Chineezen, die den 30en October nabij de kampong Ti ban
hout haalden, werden door eenige gewapenden aangerand; twee
hunner werden doodelijk gewond.
In de maand November werden weder verschillende posten bijna
Dl. I, 1888. 41