630
dagelijks beschotenden 7e" werd daardoor een Inlandsch soldaat ge
wond tusschen Kota Pohama en Pakan Kroeng Tjoet; den
llen een Chinees in den stoomtram nabij Lam pene roet; den
24en een Inlandsch soldaat bij Lam ara.
Den 3en November rukte eene patrouille uit naar Lamtengah
(VII Moekim Baid), om hier eenige Atjehers te arresteeren. Zij
kreeg bij dien (vruchteloozen) tocht drie gewonden. Den 9en werd
de afkomende wacht van Sabang nabij Olehleh beschoten uit
Kota Pagani, waardoor een Inlandsch soldaat gekwetst werd.
Pogingen tot brandstichting werden herhaaldelijk beproefdin den
nacht van den 7en staken kwaadwilligen eene loods van de steen
bakkerij te Kota Alam in brand en in den nacht van den 23en op
den 24en trachtten eenige Atjehers brand te stichten in de Chineesche
nederzetting te Penajoeng, maar hun voornemen werd tijdig ont
dekt en verijdeld.
In December werden verschillende onzer posten beschoten; het
blokhuis te Sabang nagenoeg dagelijks. Den 10eu werden te
Lamdjamoe 3 Iulandsche soldaten gewond, waarvan een doodelijk.
Na hetgeen wij boven reeds opmerkten, zal het niet noodig zijn
in nadere beschouwingen te treden omtrent het aanvankelijk resultaat
der concentratie tot 13 December 1886, toen zooals beneden nader
ter sprake komt de Gouverneur Demmeni overleed.
Duidelijk was het wel, dat onze linie uit een militair oogpunt
alleszins voldoende en dat van pogingen der bevolking, om ons
daaruit te verdrijven, ook geen sprake was. Al de aanvallen, waar
aan onze stelling en onze soldaten, soms ook de bevolking, blootstonden,
werden gedaan door kleine rooverbenden, die men echter juist tengevol
ge der concentratie niet kon verdrijven of vernietigen, nu men zich zoo
weinig mogelijk meer inliet met de buiten de linie gelegen streken.
Wij meenen hierop te moeten wijzen, omdat er nog altijd personen
gevonden worden, die, kwalijk ingelicht, spreken van de „vaderlands
liefde der Atjehers, die niets ontzien en steeds hun leven veil
hebben voor de verdrijving der gehate vreemdelingenvan eene vader
landsliefde, die vooral de Nederlanders, gedachtig aan hunnen worstel
strijd tegen Spanje, meer behoorden té eerbiedigen.