EXPEDITIE TER OOSTKUST VAN SUMATRA
TEN JARE 1865.
Hadden eenige staatjes van Siak op de Oostkust van Sumatra
reeds sedert geruimen tijd eene vijandige houding tegen het Neder-
landsch-Indisch Gouvernement aangenomen, omstreeks het midden van
1865 besloot de Gouverneur-Generaal deze vijandige stammen door
geweld van wapenen tot rede te brengen.
Het was daarom, dat er op den 30en Augustus 1865 te Batavia
eene ongewone drukte heerschte, toen de te Weltevreden en Meester
Cornelis gelegerde 4 bataljons infanterie eenen expeditionnairen troep
naar den Kleinen Boom brachten, welke bestemd was, om Siak
te tuchtigen.
Deze troep, aangevoerd door den Majoor der infanterie W. E. T.
van Heemskerek, bestond uit 3 compagnieën van het 12e bataljon
infanterie, een detachement van de 18e compagnie artillerie benevens
een gedeelte van het hospitaalpersoneel.
Van het 12° bataljon infanterie bestond:
de le compagnie uit: Kapitein O. T. van Cattenburch,
le Luitenant A. A. van Sorgen,
idem D. I. H. Freij,
2e idem H. J. de Bordes en
121 onderofficieren en minderen
de 2e compagnie uitKapitein D. A. I. T. W. Verstege,
le Luitenant N. van Marion,
De lezer houde in het oog, dat in dien tijd de afdeeling Siak Sri Indrapoera
de Buprematie had over alle staatjes, welke thans de afdeoling Deli en Assahan
uitmaken, en dat men alhoewel de operatiën ook het Delische betroffen daarom
later van eene expeditie naar Siak sprak, eene benaming, welke men - als de tooht
thans plaats vond stellig zoude verwisselen in „eene expeditie naar Assahan
„en Deli."