655 Die Iusti'uctie is op menige plaats zeer belangrijk en daarom nemen wij haar hier voor een zeer groot deel letterlijk over. Na de aanleiding zoo luidt o. a. dat stuk, en het doel dei- expeditie te hebben medegedeeld, blijft over, in groote trekken aan te geven de wijze, waarop ik verlang, dat gehandeld zal worden, om het doel te bereiken, voor zoover dit van UHoogEdelGestrenge als Commandant der troepen van de expeditie afhankelijk zal zijn- In het boven aangehaald besluit is bepaaldelijk gezegdartikel 2, letter f dat, zoolang tot bereiking van het doel der expeditie van zijuer Majesteits schepen langs de stranden wordt geageerd, het bevel over de vereenigde macht en de operatiën zal worden gevoerd dooi den Bevelhebber der Zeemacht en dat, zoodra gedcbarkeerd wordt, 0111 landwaarts te opereeren, het bevel over en de leiding van die operatiën zal worden gevoerd door den Bevelhebber der Landmacht, onder ernstige verplichting van de beide bevelhebbers om overigens steeds in gemeenschappelijk overleg met den Resident van Riouw te handelen. Uwe verantwoordelijkheid en positie en die van den Commandant der Zeemacht is dus volkomen afgebakend; ik heb daarbij niets te voegen dan: gemeenschappelijk overleg tusschen autoriteiten, tot samen werking geroepen, is altijd en overal het beste middel ter bevorde ring van 's Gouvernements belangen; bij eene expeditie als deze, is zoodanig overleg gebiedend noodzakelijk, want daarvan hangt het wel slagen der expeditie af. Ik moet UIIoogEdelGestrenge dus aanbevelen dat middel in den ï'uimsten zin te betrachten en bij uwe operatiën landwaarts in, waarbij gewapende sloepen en Gouvernements vaartuigen adsisteeren, niet uit het oog te verliezen het voorschrift omtrent de verhoudiii"- gegeven bij staatsblad N°. 68 van 1821, waarvan afschrift hiernevens is gevoegd. Den Resident van Riouw is bij artikel drie vau opgemeld besluit op gedragen, om aan de bevelhebbers van de Zee- en Landmacht zoodanige aanwijzingen van localen aard en zulke mededeelingen omtrent de be staande verwikkelingen te doen, als noodig zijn en kunnen bijdragen, om het doel der expeditie op de beste en spoedigste wijze te berei ken; van dien Hoofdambtenaar, die voorzeker met de bedoeling der regeering bekend is, zal UHoogEdelGestrenge te Riouw alzoo O 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 680