662
zoo spoedig mogelijk bekend te worden met het besluit dat ten aan
zien der te nemen maatregelen, na overleg met den Resident van Riouw,
is genomen.
UHoogEdelGesfrenge gelieve mij met dat besluit onmiddellijk
in wetenschap te stellen en wijders geene gelegenheid te verzuimen,
om ten aanzien van den stand van zaken en hetgeen verricht is of
vermoedelijk zal worden, te berichten.
Om volkomen overleg bevorderlijk te zijn, verzoek ik UHoog-
EdelGestrenge den Kapitein-Luitenant ter zee P. A. van Rees en
den Resident van Riouw inzage van deze Uwe instructie te geven.
Ik voeg hierbij gaarne de verzekering, dat ik op Uw beleid en
doorzicht vertrouw, dat de taak, die U met de onder Uwe bevelen
staande troepen is opgedragen, om met en in vereeniging met Z. M.
zeemacht verzet te straffen en onderwerping tot stand te brengen,
naar belmoren zal worden vervuld.
De Lvitenmit-Genrraal en Commandant van het Indische Leger
(w. g.) ANDRESEN.
De reis van Batavia werd nog den 30en Augustus 1865 den dag
der inscheping ondernomen en 14 dagen later, na eenig oponthoud
te Riouw den 12cn September zetten de troepen in het Siaksche,
te Batoe Bara, voet aan wal.
Volgens order van den expeditie-commandant debarkeerden de
officieren zonder fouragères [welke men toen ook in dagelijksche tenue
droeg] en zonder galon om de pet, voorts ieder soldaat in marschtenue,
voorzien van 40 patronen en 50 slaghoedjes.
Iedere compagnie debarkeerde met een voorraad van 8 dagen veldvivres.
Er was voorts overeengekomen tusschen de bevelhebbers van
Land- en Zeemacht, dat, wanneer de colonne, die overland naar As-
sahan trok, niet op den vierden marschdag de hoofdplaats zoude
bereikt hebben, er dan van de zee- en rivierzijde door de marine
geageerd zoude worden, terwijl voorts het afsteken van vuurpijlen bij
de colonne ren teeken zoude strekken, dat de troepen de hoofdplaats
Tandjong Balei op een half uur afstand genaderd waren.
Het eerste werk aan wal was loodsen bouwen met behulp van de
van Riouw medegenomen kadjangmatten.