663
Den 13en September zette de Kapitein Du Puv de Montbrun aan
het hoofd van de 3e compagnie de krijgsoperatiën te land in, met
het doel den zoon op te lichten van den reeds eene maand te voren
gevlochten Laksamaua van kampong Bagan, die beiden geweigerd
hadden tot den Resident van Riouw te komen. Deze tocht gelukte
volkomen.
De Kapitein Du Puy de Montbrun overschatte de' moeielijkheden,
waarmede hij dit resultaat bereikt had, geenszins, naardien wij daar
van in zijn rapport vermeld vinden, dat toen aan het op te lichten
Hoofd de wapens werden afgevraagd, „deze daaraan gewillig vol-
„deed, niettegenstaande de politieoppasser, die ze hem afnam, mis
schien van moed nog meer beefde dan de weerspannige zelf."
In het huis van dat Hoofd werden gevonden en in beslag geuomen
twee oude ijzeren 3 ponders, eenige kogels, donderbussen, geweren,
krissen, ook randjoes, benevens een groot zwaard van Malakka.
Het huis werd daarop omvergehaald, waarop de troepen wederom
naar het bivak terugmarcheerden, „verwelkomd door een glas", zoo
als de compagniescommandant dit toen nederschreef, „van dat vloei
bare vuur, dat den soldaat, ook den inlander in de moeras, vooral
„bij regen, eene verwarmende en opwekkende verfrissching geeft."
De beide daaropvolgende dagen 14 en 15 September bleven
de troepen in het bivak te Batoe Bara, zich voorbereidende op den
moeitevollen tocht overland naar Assahan.
Men had intusschen twee personen. Hadji Baki en Sowo geheeten,
weten aan te werven, die voor 100 Spaansche dollars ieder als gids
zouden dienen.
Yan Batoe Bara uit zoude evenwel nog, per kruisboot en sloep,
de troep een eind weegs de rivier op te brengen zijn en wel tot
aan Rawa, een punt, dat den 16en September werkelijk des namiddags
om 3 /2 uur werd bereikt.
Do ambulance voerde mede
6 kisten ververschingen,
2 medicijnen en
2 tasschen met medicijnen.
Het aantal koelies bedroeg:
232, ongerekend de mandoors, en wel