685 der soldaten veel bijdragen tot het snelle en exacte uitvoeren van eene gegeven opdracht. Ik verlang nu geenszinsdat in de tarieven ook nog tabak en lucifers worden opgenomen, maar wel zou het legerbestuur den soldaat in deze kunnen tegemoetkomen. De soldaat is niet in staat een grooten voorraad tabak mee te nemendit beletten hem de transportmiddelen waarover hij beschikt, zoo ook het gebrek aan contanten. Het zou wenschelijk zijn, dat hij bij expedities van eenigszins langen duur gelegenheid had, zich het genot van tabak te verschaffen. Hier is weer, evenals bij de zeepquaestie, een warong het beste middel om daarin te voorzien. Het is hier de plaats, om met een enkel woord deze regeling nader te omschrijven. Mijns inziens zou de meest practische wijze zijn, in dien iedere compagnie haar eigen warong had, met welks houder een contract wordt aangegaan, waarbij deze zich verplicht de compagnie bij het uitrukken met zijn waren te volgen. Bij dat contract wordt mede bepaald, welke artikelen hij in elk geval moet meenemen en evenzoo welke hij niet mag verkoopen. Tot de laatsten behooren uit den aard der zaak alcoholische dranken (uitgezonderd wellicht cognac, waarvan de prijs alleen reeds een waarborg is dat de soldaten zich daaraan niet te buiten gaan) en opium. Onder de eersten moeten zich bevinden tabak, lucifers, cigaretten en zeep. Evenzoo behooren de prijzen der verschillende artikelen in over eenstemming met den waronghouder te worden vastgesteld. Eindelijk staat deze gedurende den duur der expeditie onder militaire tucht en controle. In garnizoenen als Atjeh zoude het aanbeveling verdienen, den waronghouder de verplichting op te leggen, om van de verplichte artikelen steeds een minimum hoeveelheid in voorraad te hebben, opdat hij steeds gereed is uitrukkende troepen te volgen. De compagnie, waartoe hij behoort, is daarentegen verplicht voor zijne persoonlijke veiligheid en zoo noodig ook voor zijne voeding te zorgen de laatste zoo noodig tegen betaling en zij garandeert hem in elk geval zooveel winst, dat zijne onkosten ge dekt zijn, terwijl hem mede veroorloofd moet zijn, om, bij gelegenheid van transporten of aanvulling der vivres uit de proviandcolonues of van de etappen, ook zijn voorraad te completeeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 710