703
daarvoor geschikt buskruit; men schijnt de hoop te koesteren, met
het kaliber beneden de 8 mM. te kunnen afdalen.
Engeland. In het Britsche rijk heeft men eene nieuwe regeling
getroffen aangaande de munitie-aanvulling, eene zaak, die in het nauwste
verband staat met het geweervraagstuk.
De mede te voeren patronen voorraad bedraagt thans 180 per
man, waarvan:
70 bij den man,
30 in de bataljonscaissons of op de bataljonsmuilezels,
10 in den regimentstrein,
40 in den divisietrein,
30 in den annéekorpstrein.
Zoodra een bataljon in actie geraakt, moet de bataljonscomman
dant het bij den soldaat aanwezig getal patronen van 70 op 100
laten brengen; bij elke compagnie worden daartoe een onderofficier
en twee soldaten aangewezen, die zich bij herhaling naar de op
900 M. achterwaarts opgestelde caissons moeten begeven om de
patronen te halen en zich tot het vervoer ook van de muilezels kunnen
bedienen; bovendien worden de muzikanten tot dat doel gebezigd.
De officieren en hoornblazers zijn elk van 40 patronen voorzien, welke,
zoo noodig, gegeven kunnen worden aan manschappen, die hunne
munitie verschoten hebben.
Reeds meermalen meldden de tijdschriften en dagbladen, dat En
geland zich beijverde om voor zijne infanterie een vuurwapen te vinden
beter dan het bekende Martini-Henry; het Britsche legerbestuur,
dat aanvankelijk voor de invoering van het Enfield-Martini gestemd
scheen, benoemde later eene commissie tot beproeving van repeteer
geweren; deze kwam in-het begin des vorigen jaars samen, onder
presidium van den Generaal Wooden had eene keuze te doen uit
een honderdtal verschillende exemplaren dier wapensoort; zij kwam
wel is waar tot het resultaat, dat het Amerikaansche Lee-geweer
de voorkeur verdiende boven alle andere aanwezige stelsels en nam
ook proeven met eene buskruitsoort, die zich door weinig rook, bijna
geen kruitslijm en geringere loopverhiiting onderscheidde, maar eene
positieve beslissing werd toen en ook bij latere proeven niet genomen.