61 zonder uitzondering beschaafde menschen, hartelijk en tevens een voudig en ongekunsteld in den omgang. Duels komen, naar ik van meerdere zijden vernam, niet voor; dit middel ter beslechting van altijd mogelijke geschillen wordt algemeen afgekeurd en bij ernstige oneenigheden wordt door de meerderen en kameraden van het korps uitspraak gedaan, waaraan beide partijen zich hebben te onderwerpen. Korpsgeest, in de goede beteekenis van het woord, bestaat in zeer hooge mate, zonder dat kastengeest daaruit voortspruit. Alle wapens zijn nuttig en apprecieeren elkanders verdienstengeen der wapens wordt als stiefkind door de anderen behandeld alle officieren eenig-e minder belangrijke takken van dienst wellicht uitgezonderd voelen zich leden van een zelfde korps en de troepenofficier neemt de hooge plaats in, welke hem toekomt. En toch is ieder trotsch op zijn wapen, op zijn regiment, hetgeen echter niet verhindert, dat hij zich evenzeer verhoovaardigt op de verdiensten der andere. Dikwijls vroeg een Infanterist mij, of ik de muildierbatterijen niet bewonderde, een Artillerist, hoe ik dacht over de goede eigenschappen der Inlandsche Cavalerie, een Cavalerist, of ik niet vond, dat de Britsche Infanterie flink marcheerde. En allen, die ik sprak, roemden de goede ei genschappen hunner eigen troepen met zekere voorliefde. Ik put daaruit geen bewijs voor de deugdelijkheid der troepen zelve: liefde voor het leger en voor de eigen manschappen deed wellicht de tekortkomsten verbloemen of althans vergeten. Maar het teekent den uitstekenden geest van het officierskorps. En bij dat alles eene lijdelijke onderwerping aan bevelen, eene flink militaire vormelijkheid, zoodra orders worden ontvangen, een zelfvertrouwen, ook waar hij die commandeert bijna niet in ouderdom in rang verschilt met dengene, die het bevel uitvoert, welke iemand met andere denkbeelden van tucht niet zoude verwachten, toen hij dezelfde personen nog kort te voren in de mess of bij een der ge liefkoosde spelen samenzag, de kolonel als kameraad met al zijn officieren omgaande, de majoor soms bij den naam genoemd dooi den luitenant. Eindelijk, geen klachten over te drukken dienst, over onbillijkheid van dit bevel en verkorting van rechten door die bepalingNiet de rechten, maar de plichten van den persoon staan hier op den voor- O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 74