62 grond en zoowel do meerdere als de mindere voelt dat. Omtrent rechten wordt al heel weinig gesproken en er is niet naar gestreefd, ze nauwkeurig te omschrijvenzoo viel het mij bij besprekingen op, hoe het b. v. aan twijfel onderhevig is, of een verzoek om ontslag van een officier in vredestijd moet ingewilligd worden. Het verlof reglement teekent trouwensalle zoogenaamde aanspraken beteekenen niets, wanneer het belang van den dienst daarmede in strijd is, en mij is een voorbeeld bekend van een Brigadier-Generaal, die geen 6 maanden verlof kon krijgen, ofschoon hij 13 jaren onafgebroken in Indië was verbleven. Over plichten van den officier hoort men echter genoeg; wie ze zeer goed vervult, wie gehard is, wie lust in zijn vak toont, is a splendid officera good mana keen fellow in het oordeel zijner collega's. Wordt iemand beoordeeld, steeds treden zijn mannelijke en militaire hoedanigheden op den voorgrond en eerst daarna worden zijne bij zondere kennis van het eene of andere vak van wetenschap, zijn sociale eigenschappen enz. genoemd. Wie niet in eene of andere sport uitmunt, hetzij dan jagen of paardrijden, polo of een ander spel, ge weer- of pistoolschieten, staat als man wie niet met lust en ijver zijn dienstplichten vervult, als officier niet hoog in de achting zijner kameraden. Mij dunkt, de officier-reclamant over straffen moet in het Britsch- Indische leger geheel onbekend zijn. Ik heb mij niet durven wagen aan navraag op dit teere punt; trouwens straffen aan officieren worden slechts door krijgsraden opgelegd. Alleen bleek het mij, dat over de mogelijkheid van reclames ter verkrijging van belooningen nimmer is gedacht. Dit wat het geheele officierskorps betreft. Wat de commandeeren- de officieren aangaat, verkreeg ik de overtuiging, dat hun groote vrijheid van handelen gelaten wordt, maar dat dan ook geëischt wordt, dat zij werkelijk handelen. Gebrek aan voortvarendheid, aan energie schijnt de scherpste afkeuring te zijn, die hen kan treffen en die dan ook ten gevolge heeft, dat zij voor den Generaalsrang gepasseerd en ge- pensionneerd worden. "Voor bevordering tot de Generaalsrangen schijnt bovendien de navraag naar militaire bekwaamheden volstrekt niet over het hoofd te worden gezienadministratieve begaafdheden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 75