74
zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Eene vergelijking met bij
lage I zal doen zien, hoezeer de feitelijke sterkte vooral der Infanterie-
korpsen in Opper-Burma gedaald was.
De aanvulling der korpsen te velde geschiedde dan ook niet gere
geld op de wijze als in het Nederlandsch-Indische leger, doch hier
voor trad in de plaats het stelsel van aflossing, naar gelang der be
hoefte, van geheele regimenten en batterijen van het veldleger. Aan
dit stelsel waren verschillende voordeelen verbonden: het korpsver-
band bleef geheel bewaard, overplaatsingen van officieren en manschap
pen werden voorkomen en regimentenbatterijen en compagnieën,
geheel uit versche troepen bestaande, werden van tijd tot tijd te velde
gebracht.
Van elk regiment was in Vóór-Indië een klein depot achterge
laten, bestaande uit een officier met eenig administratief kader en
den Paymaster der Britsche korpsen. Deze depots hadden echter
tot taak opname van
1°. invalide manschappen bij het te velde trekken van het korps,
2°. aanvulling der Britsche troependoor het in Europa verblijvende
bataljon van hetzelfde Infanterie-regiment uitgezonden,
3°. nieuw aangeworven recruten van de Inlandsche regimenten,
4°. geëvacueerde en ongeschikt geworden militairen, en verder
zorg voor de achtergelaten kleeding, uitrusting en verdere eigen
dommen van het korps.
Behalve deze regiments-depots vindt men in Britsch-Indië nog tal
van zoogenaamde depots of British troopswelke echter niets anders
zijn dan convalescentengestichten en sanitariums voor Europeesche
militairenonder bevel van actief dienende officieren en aan welke
officieren van gezondheid zijn toegevoegd.
Wat de aanvulling in het algemeen betreft, zoo geschiedt
deze bij de Britsche Infanterie-korpsen door de uitzending van
geoefende manschappen door het in Europa verblijvende bataljon
van hetzelfde regiment en bij de Britsche Cavalerie-regimenten
eveneens door de uitzending van geoefende cavaleristen door een in
Europa achtergelaten depot, dat een troop vormt en per regiment
bestaat uit: 1 Kapitein,
1 Luitenant,