78 Onophoudelijk waren de detachementen van dit wapen in den marsch, welke afwisselende dienst zeer in den smaak van officieren en man schappen viel. De beste soldaten der Britsche regimenten en de Inlanders van de beste korpsen werden hiervoor gekozen. Omtrent haar tactisch gebruik viel op te merken, dat sommige officieren te veel in het euvel vervielen, haar als Cavalerie te bezigen. Als algemeen beginsel erkenden de meesten echter het volgende als juist: de pony slechts te bezigen als vervoermiddel, zoowel tot het afleggen van groote afstanden als tot het snel bereiken van een te om singelen dorp of eene vijandelijke stelling, ten einde daarna af te stijgen tot het voeren van het gevecht te voet, geheel als Infanterist. Zoowel omtrent de vraag, of het de voorkeur verdient de Bereden Infanterie in tijd van vrede te organiseeren dan wel haar eerst te velde uit de Infanterie-korpsen te formeeren, alsook omtrent haar gebiuik en hare bewapening waarover later bestonden echter nog geen algemeen gevestigde denkbeelden. Inlandsche Cavalerie. Eene bijzondere vermelding verdient de or ganisatie van het grootste deel der Inlandsche Cavalerie, nl. van het Bengal- en het Bombay-leger. Die organisatie is nog een overblijfsel uit vroegeren tijd, toen de Cavalerie uit geheel ongeregelde troepen bestond, en maakt eene uitzondering op die van de andere deelen van het leger. De man schappen hebben namelijk nog steeds geheel de zorg voor hun paard en hunne uitrusting te dragen, waarvoor hunne soldij dan ook zoo veel hooger is dan in de zoogenaamde „geregelde" regimenten. In het algemeen komt het stelsel op het volgende neerIn de Noordelijke provinciën vooral nemen tal van vrij gegoede Inlanders uit liefde voor den krijgsmansstand dienst bij de Cavalerie. Zij brengen een eigen paard mede of storten bij indiensttreding eene zekere som gelds, die bij enkele korpsen tot 400 lis. bedraagt, in een regiments fonds tot aanschaffing van troepenpaarden en grassnijders-ponies, of wel van hunne soldij wordt maandelijks 5 Rs. gekort tot die bepaalde som aangezuiverd is. In ieder geval wordt hun bovendien 2^ Rs. maandelijks gekort ten behoeve van dit regimentsfonds, om in de verliezen aan paarden en ponies te voorzien. De gestorte som wordt bij het verlaten van den dienst aan den man uitgekeerd. Op deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 91