EENIGE OPMERKINGEN OYER HET MILITAIR VERYOER MET DE BOOTEN DER NED.-INDISCHE STOOMVAARTMAATSCHAPPIJ. Binnen een paar jaar zal het contract van het Nederlandsch-Indische Gouvernement met de Ind. Stoomvaartmaatschappij vervallen zijn en aangezien het bovendien al zeer spoedig uitgemaakt kan zijn, of aan dezelfde dan wel eene andere maatschappij het vervoer van gouver- nements passagiers en goederen in deze koloniën zal opgedragen worden, zoo is, dunkt mij, het tijdstip aangebroken om eens ter sprake te brengen wat alzoo gedaan zou kunnen worden, om de voeding en ligging der mindere militairen aan boord beter en aangenamer te maken, en welke maatregelen zouden kunnen genomen worden, om de talrijke overplaatsingen, die gewoonlijk in het officierskorps plaats hebben, voor de betreffende personen minder ruineus te doen zijn dan tot dusverre meestal het geval is geweest. Natuurlijk zullen vele kameraden zich niet kunnen vereenigen met hetgeen hier volgen zal, maar ik kan mij niet ontveinzen dat mij dit hoogst aangenaam zal zijn, want misschien zal het sommigen onder hen bewegen ook hunne gewaardeerde opiniën ten beste te geven en alzoo eene wrijving ontstaan, die niet nalaten kan licht in deze zaak te scheppen, zoodat eene verbetering van de bestaande toestan den wellicht in het vooruitzicht zou kunnen komen. Eenigen tijd geleden werd mij het commando opgedragen van eenige militairen, die van Batavia naar eene der buitenbezittingen overgeplaatst waren. Bij mijn vertrek werd mij op het plaatsbureau een boekje ter hand gesteld, getiteld: „Bepalingen voor militaire „passagiers bij overvoer in Indië met de stoomschepen der Neder landsch-Indische Stoomvaartmaatschappij."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 262