ORIËNTEEREN IN DEN 1NDISCHEN ARCHIPEL Oriënteeren wil eigenlijk niets anders zeggen dan het Oriënt, dat is het Oosten bepalen. Daar men nu uit ééne hemelstreek de anderen gemakkelijk kan afleiden, zoo duidt het woord in 't algemeen aan, het bepalen van de hemelstreken. Intusschen wordt deze oorspronkelijke beteekenis ook dikwijls uit gebreid tot die van het bepalen of leeren kennen van de plaats, waar men zich bevindt, dan wel van het omliggende terrein. Men zegt zich in het terrein georiënteerd te hebben, als men weet, waar men is, waar deze weg, dat voetpad, gindsche stroom heenvoeren, hoe de om liggende terreindeelen en voorwerpen heeten; dus als men kennis draagt van het terrein. Ten slotte spreekt men van het oriënteeren van eeue kaart. Deze wordt georiënteerd, door haar zoodanig te plaatsen dat de hemelstreken op de kaart overeenkomen met die van het terrein. Dat het oriënteeren in al deze beteekenissen van belang is, vooral voor militaire doeleinden, behoeft verder weinig betoog. De kennis van de hemelstreken en van het terrein in het algemeen zijn onmisbare factoren voor elke oorlogshandeling. Marschen op niet georiënteerd, totaal onbekend terrein worden dikwijls onmogelijk, doordat men plotseling op onoverkomelijke hindernissen stuit. Meestal kosten zij veel tijd, waarmede steeds noodelooze vermoeienissen gepaard gaan. Men marcheert dan b. v. urenlang door en bemerkt ten slotte eerst dat meu slechts weinig van het uitgangspunt verwijderd is en dat men dus korter had kunnen marcheeren. Ook is het wel eens ge beurd, dat men weer in hetzelfde uitgangspunt terugkwam. Nog gevaarlijker en zeer gewoon is het vooral in ons Indisch terrein, wanneer men door gebrek aan middelen tot oriënteeren verdwaalt. De talrijke nadeelige gevolgen, die vooral in dit laatste geval bij een troep

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 365