486 maal meerdere vuren voor, en daarmee natuurlijk ook de beoefening er van tijdens de practische oefeningen. Ik kan mij bovendien zoo goed voorstellen dat de batterijcomman dant geen vrede heeft met het stukkenvuur alléén, doch op gunstige oogenblikkeu het sectievuur en onder buitengewone omstandigheden het batterij vuur (of alle geladen stukken vuur) wenscht af te geven. Met de batterij ingeschoten zijnde en daarmee een doorgezet vuur openende, zal het dus zaak zijn steeds andere vuren als het stuk kenvuur te beoefenen; daarentegen met de sectie ingeschoten zijnde, stake men onmiddellijk het vuur, omdat nu toch geen ander als het stukkenvuur mogelijk is, en dit tijdens het inschieten zelf reeds voldoende wordt beoefend. Aangezien verschillende oorzaken zullen medewerken om de vuur leiding op het gevechtsveld te bemoeilijken, is het voor de oefening van den troep ook noodig die storende invloeden zoo goed mogelijk na te bootsen, tijdens het vuren op het schietterrein. Te Batoe Djadjar vond dit éénmaal plaats, namelijk door het laten uitvallen van enkele bedieningsmanschappen. Buitendien kan nog worden ondersteld a. dat een stuks- of sectiecommandant ontbreekt en daardoor een korporaal als stukscommandant en een stukscommandant als sectie commandant moet invallen; b. dat de batterijcommandant uitvalt, en dus de leiding van het vuur plotseling op een ander persoon overgaat; e. dat één of meer stukken tijdelijk dan wel geheel door 's vijands vuur zijn onschadelijk gemaakt; in 't éérste geval verwissele men b.v. een van de onderdeelen met het gelijknamige reservestuk uit de derde of vierde linie, of wel men vorme één stuk uit twee ge deeltelijk ontredderde vuurmonden d. dat de vuurleiding zich plotseling over meerdere stukken uitstrekt; aannemende b. v. dat één sectie bij de voorhoede en de beide andere bij de hoofdmacht van een colonne zjjn ingedeeld, veronderstelle men dat de sectie van de voorhoede reeds eenigen tijd vuurt als de beide andere naast haar in stelling komen. F. C. Granpré Molière. Solok, 13 Maart 1888.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 511