105
„Er is reeds veel gedaan om de behandeling van het geweer te
„vereenvoudigen. In het bijzonder reken ik daartoe de vlakke baan
„van het vuurwapen, welke toelaat, dat men op de korte atstanden
„in het hevigste van het gevecht, waar het tirailleurvuur in zijne
„rechten treedt, slechts één vizier noodig heeft, als men maar het
„doel op de korrel neemt, d. w. z. op de voeten van den vijand
„richt.(Zie Briefe über Infanterie, blz. 26 en 46.)
Het kwam ons noodig voor dit Duitsche voorschrift ter sprake
te brengen, omdat er velen zijn, die geneigdheid bezitten om alles,
wat van Duitsche zijde komt, onvoorwaardelijk als goed aan te
nemen, zonder zich af te vragen of dat goede voor ons leger niet
onbruikbaar, ja zelfs verderfelijk kan zijn. Als men nu bedenkt,
dat de opleiding van een Duitsch soldaat drie jaren duurt en dat
hij gedurende dien tijd steeds bij dezelfde compagnie blijft, dikwerf
zelfs denzelfden officier-instructeur behoudt; terwijl ons leger bijna
altijd gedeeltelijk op voet van oorlog is, de aanvulling van de expe-
ditionnaire troepen en bovendien de gewone verliezen door ziekten
voortdurend dwingen tot talrijke overplaatsingen zoowel van officieren
en kader (onderwijzend personeel) als van manschappen (leerlingen), dan
zoude eene langdurige, te schoolsche opleiding voor ons leger ver
derfelijk worden, want de troep zou te velde blijken onpractisch te
zijn; het schietvoorschrift van 1878 heeft helaas! daarvoor bewijzen
te over geleverd.
Ons nieuwe schietvoorschrift huldigt de eenvoudige en practische
denkbeelden van generaal Peins Hohenlohe men leze slechts het
Ye hoofdstuk, de schietregels.
Dat een Nederlandsch officier met het Duitsche schietvoorschrift
ingenomen is, zal minder verwonderen, als men het Duitsche met
het Nederiandsche voorschrift, beide van 1887, vergelijkt. Wij voor
ons, die de voorschriften van de voornaamste legers bestudeerden,
hebben nog nimmer zulk een slecht voorschrift onder de oogen ge
had. (1) Een bespreking van het Nederlandsche voorschrift zou hier
(1) lil de 3e afl. van het Militair Blad voor 1888 vonden wij eene aankondiging
van: „Beschouwingen, toelichtingen, enz. omtrent het Voorschrift betr. de "Wap. en
Schietoefeningen, uitgegeven door het D. v. O." Men schijnt dus de onvolledigheid