114 - 20 cM. onder het middelpunt der cirkels komt. (In dezen stand is de schijf in fig. 6 afgebeeld.) Daar nu bij gebruik van het standvizier de vluchthoogte op 100 M. 21 cM. is, zoo kan men zonder groote onnauwkeurigheid aan nemen, dat het gemiddelde tevens het gewilde trefpunt in het midden der schijf valt, en daar de 50°/0 spreidingsstraal voor 100 M. 6.5 cM. is, zoo zouden alle treffers binnen den cirkel van 20 cM. straal (ring 4) kunnen worden opgevangen, 3r 19.5 cM. zijnde. Ten einde het juist richten te bevorderen en tevens den schutter te leeren op smalle doelen te schieten, is de schijf nog in drie ver ticale strooken verdeeld, waarvan de middelste, die 40 cM. breedte heeft en dus 94°/0 treffers kan opvangen, wit is, en de beide bui tenste, elk 3 dM. breed, de kleur van den kogelvanger krijgen. De schutter ziet in de verte slechts de witte strook met zwarte roos. Op de aldus ingerichte schijf verkrijgt elke treffer juist de waar de, die hem toekomt. Hoe zuiverder de schutter richt, hoe stiller hij zijn geweer houdt, hoe bedaarder hij aftrekt, des te meer kans heeft hij nabij het middelpunt te treffen. De oefeningen op de cirkelschijf worden afgewisseld door die op tactische schijven, thans voorstellende één man in knielende of in lig gend-vurende houding, als op kleiner afstand dan 200 M. wordt ge schoten. De schutter moet nu bij elke oefening aan eene bepaalde voor waarde voldoen om tot eene hoogere oefening over te gaan. Die voorwaarden zijn uitgedrukt in een zeker aantal punten, dat met 5 schoten moet behaald worden. Het voorschrift verleent echter den compagniescommandant het recht om den schutter, die door de eene of andere oorzaak een onge- Het is opmerkelijk, dat in de schiet voorschriften van de mees e legers met de ze eenvoudige rrgels der spreiding geen rekening gehouden is bij het construeeren van schijven voor het juistschieten. Gewoonlijk heeft een treffer in de witte roos de meeste waarde, al wordt op den onderkant dier roos gericht; dit is onjuist, want de schoten spreiden zich bij een vizierschot rondom het mikpunt, dus heeft een treffer dicht onder de r os méér waarde dan een trefferdie in het bovenste deel der roos valt. Alleen het Oostenrijk;che schietvoorschrift maakt eene uitzondering; om het mikpunt zijn ellipsen getrokken, wier essen grooter worden met den afstand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 123