118 gebaseerd op de gestrektheid der banen en op de spreiding van het wapen. De spreiding van ons geweer met de patroon van 4.25 Gram buskruitlading en den hardlooden kogel werd in 1881 door eene commissie uit een groot aantal schoten op afstanden tusschen 150 en 1200 pas (94.5 en 756 M.) bepaald. Uit de toen verkregen gegevens is de spreidiugstafel afgeleid, die thans als tabel 5 bij het aanhangsel van het schietvoorschrifr is gevoegd. Bij het naslaan van de beide eerste kolommen dier tabel zal men opmerken, dat op alle afstanden de breedtespreiding kleiner is dan de hoogtespreiding, dat dit vei schil op de kleine afstanden gering, doch op de groote afstanden belangrijk isb. v. op 800 M. is de breedtespreiding slechts de helft van de hoogtespreiding. Yoor de kleine afstanden, waar het verschil in beide spreidingen gering is, maakt men tot het bepalen van de trefkans veel gebruik van den zoogeuaamden 50 °/0 spreidingsstraal, dien men verkrijgt door de som van de 50 °/0 hoogte-en de 50 °/0 breedtespreiding te vermenigvuldigen met het ervariugsgetal 0.4337. B. v. op 200 M. is de 50 °/0 h. s. 18 cM., de 50 b. s. 14 cM. en de 50 °/0 spreidingsstraal 0.4337 (18 14) cM. 13.878 cM. of in rond getal 14 cM. In tabel 5 zijn die stralen tot en met den afstand van 350 M. berekend. Weet men nu voor zekeren afstand het punt, waar, bij de richting op den voet, de gemiddelde baan door het doel gaat, dan moet, als er goed geschoten wordt, dat punt het gemiddeld trefpunt zijn van een zeker aantal schoten op dien afstand gedaan. Beschrijft men uit dat gemiddeld trefpunt op het doel als middel punt met den 500/o spreidingsstraal voor dien afstand een cirkel, dan kunnen binnen dien cirkel de 50°/o beste schoten treffenbeschrijft men met het tweevoud van den 50°/o spreidingsstraal een cirkel, dan kan deze 94°/0 der schoten bevatten. Om zeker te zijn van alle schoten op te vangen, zou men een cirkel moeten beschrijven met het drievoud van den 50°/0 spreidingsstraal. Daar echter iu den ring, gevormd door den 2en en 3en cirkel, slechts 6°/0 schoten vallen, die dus zéér verspreid kunnen liggen, volstaat men met de spreiding aan te geven door de cirkels, die 50°/0 en 94°/0 der treffers bevatten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 127