128 voor de oefeningen in liet gezamenlijk vuur niet kwaad, dat deze ook eens bij slecht weder worden gehouden, opdat de vuurleiders den invloed daarvan op de trefkans leeren kennen. Er moet naar gestreefd wordenom den officier niet langer dan een paar uren als onderwijzer te doen bezig zijn. Hij moet van het eerste tot het laatste schot onafgebroken zijne volle aandacht aan den schutter wijden, noch door onbegrijpelijkheid, noch door onverschillig heid van den schutter zijne bedaardheid en geduld verliezen en soms tot vervelens toe met dezelfde kalmte dezelfde opmerkingen herhalen zulke inspanning mat af. Bovendien is tegen 9 uur de bij sterken zonne schijn ontstaande luchttrilling hinderlijk bij het richten en doet op de strandplaatsen de invloed van den zeewind zich reeds merkbaar gevoelen De door het Legerbestuur goedgekeurde beweegbare schijfinrichting (gewijzigd stelsel Yeltman) zal bij de individueele schietoefeningen eene belangrijke besparing van tijd verschaffen, (1) maar vooral de veiligheid voor het waarnemingspersoneel behoorlijk verzekeren, zoodat de officier-onderwijzer met gerustheid zijne volle aandacht aan den schutter kan wijden. De officieren zullen zich korpsgewijze onder de leiding van den korpscommandant oefenen in het schieten met het geweer en de re volver. (S. V. 7.) Het is wenschelijk, dat de officier een goed schutter zij, want ook ten aanzien van het schieten geldt, dat men in den regel niet naar eisch aan anderen kan leeren, wat men zelf niet behoorlijk weet uit te voeren. (S. Y. 6 en Aanh. 96.) Evenals een schooljongen, die slecht schrijft, de schuld daarvan altijd aan de pen geeft, evenzoo is de soldaat, die slecht schiet, geneigd de schuld aan het geweer te geven. En nu maakt het een afdoenden indruk, als de officier datzelfde geweer in handen neemt en door zijne uitkomsten toont, dat de fout alleen bij den schutter schuilt. Ook wekt het tot wedijver op, als de officier zelf lust in het schieten toont en zijne theorieën met het geweer in de hand weet te bevestigen. (1) Uit een groot aantal waarnemingen is ons gebleken, dat een schutter zijne 5 schoten doet: op de oude schijfinrichting in 3'30" a 4', op de beweegbare schijfin richting in 1' 47" a 1' 56".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 137