131 worden na het debarkeeren, beschermden min of meer tegen de slagregens, die toen nog dagelijks met volle kracht uit den hemel vielen. De door de overstrooming van Kota Radja aangerichte schade, die eerst hersteld diende te worden, was zeer zeker de oor zaak, dat er zoo weinig gedaan is kunnen worden voor de nieuw aan gekomen troepen. De soldaat wist zich zeer goed in dien toestand, die trouwens spoedig verbeterd werd, te schikken. Als oudste hoofdofficier was mij het commando over het bivak te Olehleh opgedragen. Den 30en December ontving ik de order, in hoofdtrekken hierop neerkomende: „Om morgen, den 31en dezer, tegen Longbattah te ageeren en te „trachten twee of meer punten daarin te bezettenworden bestemd de „5e en 10e Bataljons Infie. „Het 5e Bataljon (Romswinckel) wordt bestemd om met 2 sectiën „kanons en een peloton mineurs en sappeurs de Westzijde der strook „in front aan te vallen, terwijl het 10e Bataljon (Van der Meer) met „2 sectiën kanons en de 2 mortieren zoomede een peloton mineurs en „sappeurs om de linkerflank eene omtrekkende beweging bewerk stelligt, daartoe de strekking van den linkeroever der Atjeh-rivier „volgende. „Om te voorkomen dat de vijand ons omtrekt, zal het R. H. „3e Bataljon uitrukken, vermeerderd met de compagnie mariniers „en eene sectie kanons, en ouder de order van den Kapitein Yan „Blokland zuidwaarts van onze Oostersterkte, p. m. 400 M. O. van „den Kraton, positie nemen. „De Kapitein Van Drimmelen neemt heden middag reeds, met „4 sectiën en 2 kanons positie bij de loopgravenwacht en marcheert „onder bedekking van de helft dier wacht morgen ochtend om 4i uur „naar de Rivierbenting aan den rechteroever van de Atjeh-rivier „tegen den Pedirdijk en stelt zich ouder de orders van den com mandant van het L. H. 9C Bataljon. „Aan ieder der in observatie gesteld wordende detachementen van „Poe-oe en Soerian wordt een mortier toegevoegd. „Den commandant van het bivak te Olehleh wordt verzocht het „uur voor den afrnarsch zoodanig te regelen, dat 's morgens om 5 uur „de colonnes buiten Paken-Atjeh opgesteld zijn. De Artillerie zal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 140