132 „op dat uur hare plaats daar moeten innemen. De leiding der ope ratie neem ik op mijhet Algemeen Commando wordt opgedragen „aan den tweeden Commandant, tevens Chef van den Staf. „De Commandant de Artillerie (Majoor Yan Zijll de Jongh)ende „eerstaanwezend Genieoffieier (Majoor Leers) worden uifgenoodigd „dezen tocht mede te maken. „Kot.a Radja, den 30eu December 1874. „De Militair en Civiel Bevelhebber (w. g.) Pel. Ingevolge bovenvermelde order marcheerde het 10e Bataljon onder mijn bevelen den 31en December naar Pakan-Atjeh (N. O. buiten den Kraton) en werd daar omstreeks uur 's morgens opgesteld. De Artillerie stond daar reeds in orde van bataille. Door middel van een adjudant ontving ik order 1 sectie infanterie tot dekking dier artillie- af te zonderen. Ik bestemde daartoe eene sectie onder den 2en Luitenant Janssen. Het was nog donker. Terwijl ik mij tot regeling van opstelling, enz. aan den rechtervleugel van mijn bataljon bevond, heeft de batterij met bedekking zich bij de colonne Romswinckel aangesloten, zooals ik later vernam op last van den tweeden commandant, Luit.-Kolonel Wiegand. Er had eene ver gissing plaats gehad; de voor mijne colonne bestemde batterij kwam later oprijden. Ik stelde alles in het werk om het met de batterij vertrokken gedeelte vau mijn bataljon terug te krjjgen. Mijn staffourier, de adjudant-onderofficier en eindelijk de mij toegevoegde stafofficier, allen kwamen onverrichter zake terug; het was zeer donker en zij wisten niet waar de colonne Romswinckel was opgesteld. Toen de Luit.-Kolonel Wiegand zich later persoonlijk van de op stelling mijner colonne kwam overtuigen, drong ik op de terugzen ding aan. ZHEdGestrenge beloofde mij ten stelligste er voor te zullen zorgen. De Luitenant Janssen is echter met zijne sectie bij de colonne Romswiuckel gebleven eu toen ik dit even vóór den afmarsch den Kolonel Pel rapporteerde, antwoordde ZHEdGestrenge„Dat komt „terecht, straks vereenigen zich de colonnes toch en dan kan die „troep bij u aansluiten".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 141